4. Wanneer de bevoegde instantie van de ontvangende Lid-Staat van de onderdanen van deze Lid-Staat voor de toegang tot een gereglementeerd beroep of de uitoefening daarvan een eed of een plechtige verklaring eist, en ingeval de formulering van die eed of die verklaring niet door onderdanen van andere Lid-Staten kan worden gebruikt, zorgt zij ervoor dat de betrokkenen zich van een aangepaste en gelijkwaardige formulering kunnen bedienen.
(4) Fordert die zuständige Behörde des Aufnahmestaats von den Angehörigen ihres Staates für den Zugang zu einem reglementierten Beruf oder dessen Ausübung einen Eid oder eine feierliche Erklärung, so sorgt sie für den Fall, daß die Formel dieses Eides oder dieser Erklärung von den Staatsangehörigen der anderen Mitgliedstaaten nicht verwendet werden kann, dafür, daß den Betreffenden eine geeignete und gleichwertige Formel zur Verfügung steht.