Gehalogeneerde organische oplosmiddelen: Onverminderd het bepaalde in criterium 6, onder a), b) en c), mogen in het product vóór of (in voorkomend geval) tijdens het kleuren alleen gehalogeneerde verbindingen worden gebruikt die op het tijdstip van indiening van de aanvraag reeds aan een risicobeoordeling zijn onderworpen en waaraan niet overeenkomstig de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG een van de volgende risicozinnen (of een combinatie daarvan) is toegekend: R26/27, R45, R48/20/22, R50, R51, R52, R53, R50/53, R51/53, R52/53 en R59.
Halogenierte organische Lösungsmittel: Unbeschadet der Kriterien 6 Buchstaben a, b und c dürfen nur halogenierte Verbindungen, die zum Zeitpunkt der Antragstellung einer Risikobewertung unterzogen waren und denen keine der Gefahrenbezeichnungen (oder deren Kombinationen) R26/27, R45, R48/20/22, R50, R51, R52, R53, R50/53, R51/53, R52/53 und R59 gemäß den Richtlinien 67/548/EWG und 1999/45/EG zugeordnet wurde, vor oder nach dem Abtönen (falls zutreffend) verwendet werden.