Bij arrest nr. 132.930 van 23 juni 2004 in zake C. Carleer tegen de gemeente Etterbeek en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 6 juli 2004, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld :
In seinem Urteil Nr. 132. 930 vom 23. Juni 2004 in Sachen C. Carleer gegen die Gemeinde Etterbeek und die Region Brüssel-Hauptstadt, dessen Ausfertigung am 6. Juli 2004 in der Kanzlei des Schiedshofes eingegangen ist, hat der Staatsrat folgende präjudizielle Frage gestellt: