1. Aan het einde van elke dientregelingsperiode dient de coördinator of de bemiddelaar inzake de dienstregelingen bij de betrokken lidstaten en de Commissie een verslag van de werkzaamheden in waarin de algemene situatie met betrekking tot de toekenning van slots en/of de bemiddeling inzake de dienstregelingen wordt uiteengezet. In dit verslag wordt met name de toepassing van artikel 9, lid 5, en de artikelen 13 en 18 onderzocht, alsook eventuele klachten over de toepassing van de artikelen 9 en 10 die bij het coördinatiecomité zijn ingediend en de initiatieven die zijn genomen om hiervoor een oplossing te vinden.
1. Am Ende jeder Flugplanperiode legt der Koordinator oder Flugplanvermittler den betreffenden Mitgliedstaaten und der Kommission einen Tätigkeitsbericht über die allgemeine Situation bezüglich der Zeitnischenzuweisung und/oder Flugplanvermittlung vor. Der Bericht bezieht sich insbesondere auf die Anwendung des Artikels 9 Absatz 5 und der Artikel 13 und 18 sowie über sämtliche an den Koordinierungsausschuss gerichteten Beschwerden über die Anwendung der Artikel 9 und 10 und die entsprechenden Abhilfemaßnahmen.