Wat meer bepaald de vredegerechten en de politierechtbanken betreft, wordt vermeld : « De vredegerechten en politierechtbanken zullen in de toekomst instaan voor hun eigen beheer. Daartoe worden in deze wet de eerste stappen gezet door de creatie van een eigen voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank als korpschef voor de vrede- en politierechters. De politierechtbanken worden geografisch georganiseerd in het nieuwe arrondissement. De vre
degerechten blijven georganiseerd per kanton. Het beheer van beide gebeurt evenwel op niveau van het arrondissement door, op termijn, een eigen directiecomité voor de vredegerec
...[+++]hten en de politierechtbank. In dat directiecomité zetelen de voorzitter, een ondervoorzitter die steeds een andere hoedanigheid heeft als de voorzitter, en de hoofdgriffier. Aangezien het beheer op arrondissementeel niveau is voorzien, en de hoofdgriffier voortaan een grotere beheersrol zal hebben door ondersteuning te geven aan de korpschefs voor het personeelsbeleid, financieel beleid, informatica, is het niet langer verantwoord om een hoofdgriffier per vredegerecht te behouden. De griffier in het vredegerecht kan zich daardoor focussen op de jurisdictionele taken van griffier. Elke vrederechter behoudt dus een griffier voor de jurisdictionele taken » (ibid., p. 15).