11. gelooft dat de betrekkingen met de BRICS-landen op bilaterale dialogen moeten stoelen die zijn gericht op de verdere democratisering en de consolidering van de rechtsstaat, goed bestuur, convergentie op regelgevingsgebied, coördinatie van gemeenschappelijke standpunten in internationale fora en geïntensiveerde relaties met de EU en dit bevorderen;
11. ist der Auffassung, dass sich die Beziehungen mit den BRICS-Ländern auf bilaterale Dialoge stützen sollten, die schwerpunktmäßig auf die Förderung der weiteren Demokratisierung und der Festigung der Rechtsstaatlichkeit, der verantwortungsvollen Regierungsführung, der ordnungspolitischen Annäherung, der Abstimmung gemeinsamer Standpunkte in internationalen Foren und intensiverer Beziehungen zur EU ausgelegt sind;
