(16) Bij de uitvoering van deze richtlijn dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat het fundamentele recht op rechtsbijstand, zoals neergelegd in artikel 47, lid 3, van het Handvest en in artikel 6, lid 3, onder c), EVRM, wordt geëerbiedigd en dat rechtsbijstand beschikbaar is voor degenen die onvoldoende middelen hebben om rechtsbijstand te betalen, indien het belang van de rechtspleging dit vereist.
(16) Bei der Umsetzung dieser Richtlinie sollten die Mitgliedstaaten sicherstellen, dass das Grundrecht auf Prozesskostenhilfe gemäß Artikel 47 Absatz 3 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union („Charta“) und Artikel 6 Absatz 3 Buchstabe c der Europäischen Konvention zum Schutz der Menschenrechte und Grundfreiheiten (EMRK) gewahrt ist, und dafür sorgen, dass Personen, denen die Mittel zur Bezahlung eines Rechtsbeistands fehlen, Prozesskostenhilfe erhalten, wenn dies im Interesse der Rechtspflege erforderlich ist.