- damwanden met een dikte van 25 centimeter (met een oppervlakte die minstens 30 % bedraagt van de oppervlakte van het talud), gevuld met steenslag, op maximum 10 meter van elkaar schuin of hellend opgesteld, waarbij de ruimte tussen de damwanden met gestabiliseerd zand gevuld moet worden;
- mindestens 25 Zentimeter dicke Drahtschotterkörbe (deren Fläche mindestens 20% der Böschungsfläche entspricht), gefüllt mit Splitt, die mindestens alle 10 Meter ährenförmig oder schräg befestigt werden, wobei die Räume zwischen den Drahtschotterkörben mit befestigtem Sand gefüllt werden;