Traduction de «integratie die bevoegdheid » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

jurisdictiebevoegdheid [ exclusieve bevoegdheid | rechterlijke bevoegdheid | tribunale bevoegdheid ]
gerichtliche Zuständigkeit [ ausschließliche Zuständigkeit | Zuständigkeit der einzelstaatlichen Gerichte | Zuständigkeit der Gerichte ]

bevoegdheid van de EU [ bevoegdheid van de Europese Unie | bevoegdheid van de Gemeenschap | communautaire bevoegdheid | EG-bevoegdheid ]
Zuständigkeit der EU [ Zuständigkeit der Europäischen Union | Zuständigkeit der Gemeinschaft | Zuständigkeit EG ]

uitvoerende bevoegdheid
Ausführungsbefugnis

volstrekte bevoegdheid | materiële bevoegdheid
sachliche Zuständigkeit

absolute bevoegdheid | materiële bevoegdheid | volstrekte bevoegdheid
sachliche Zuständigkeit

betrekkelijke bevoegdheid | relatieve bevoegdheid | territoriale bevoegdheid
örtliche Zuständigkeit

bewijs van bevoegdheid als beroepsvlieger | vliegbewijs/bewijs van bevoegdheid verkeersvlieger | CPL [Abbr.]
Lizenz für Berufspiloten | CPL [Abbr.]

computertelefonie | computer-telefonie-integratie | computer-telefonie-integratie gebruiken | computer-telefoonintegratie
CTI verwenden | Rechner-Telefonie-Integration verwenden | computergestützte Telefonie verwenden | Computer-Telefonie-Integration verwenden

territoriale bevoegdheid
örtliche Zuständigkeit

bevoegdheid
Zuständigkeit | Befugnis

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

15 SEPTEMBER 2016. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de financiering van de afvalbeheersinstallaties die onder de bevoegdheid van de gemeenten en verenigingen van gemeenten vallen De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, artikel 28, gewijzigd bij het decreet van 5 juni 2008; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 13 december 2007 betreffende de financiering van de afvalbeheersinstallaties; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 maart 2016; Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 17 maart 2016; Gelet op het advies van de gewestelijke afvalcommissie, gegeven op 29 april 2016; Gelet op het rapport opgesteld op 9 juni 2016 overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 11 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen; Gelet op het advies 59.591/4 van de Raad van State, gegeven op 11 juli 2016, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;
15. SEPTEMBER 2016 - Erlaß der Wallonischen Regierung zur Finanzierung der in den Zuständigkeitsbereich der Gemeinden und der Gemeindevereinigungen fallenden Abfallbewirtschaftungsanlagen Die Wallonische Regierung, Aufgrund des Dekrets vom 27. Juni 1996 über die Abfälle, Artikel 28, abgeändert durch das Dekret vom 5. Juni 2008; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 13. Dezember 2007 zur Finanzierung der Abfallbewirtschaftungsanlagen; Aufgrund des am 2. März 2016 abgegebenen Gutachtens des Finanzinspektors; Aufgrund des am 17. März 2016 gegebenen Einverständnisses des Ministers für Haushalt; Aufgrund des am 29. April 2016 abgegebenen Gutachtens der Regionalkommission für Abfälle; Aufgrund des in Anwendung von Artikel 3 Ziffer 2 des Dekrets vom 11. April 2014 zur Umsetzung der Resolutionen der im September 1995 in Peking organisierten Weltfrauenkonferenz der Vereinten Nationen und zur Integration des Gender Mainstreaming in allen regionalen politischen Vorhaben aufgestellten Berichts vom 9. Juni 2016; Aufgrund des am 11. Juli 2016 in Anwendung von Artikel 84 § 1 Abs. 1 Ziffer 1 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat abgegebenen Gutachtens Nr. 59. 591/4 des Staatsrates; Auf Vorschlag des Ministers für Umwelt;

F. overwegende dat directe belastingen krachtens het Verdrag voornamelijk een bevoegdheid van de lidstaten zijn; overwegende dat voor zover de EU bevoegdheid heeft op het gebied van belastingen, de uitoefening van die bevoegdheid meestal eenparigheid van stemmen in de Raad vereist; overwegende dat daardoor op EU-niveau nog geen besluiten van betekenis over vennootschapsbelasting zijn genomen, ondanks de recente ontwikkelingen in de EU-integratie in verband met de interne markt en andere gebieden die onder de EU-Verdragen vallen, zoals internationale handelsverdragen, de gemeenschappelijke munt, economische en budgettaire governance, alsmede antiwitwasbeginselen en ‑wetgeving; overwegende dat de lidstaten het Europese mededingingsrecht in acht moeten nemen en ervoor moeten zorgen dat hun belastingwetgeving met de beginselen van de interne markt strookt en geen concurrentieverstoring veroorzaakt; overwegende dat de eenparigheidsregel in de Raad, door elke lidstaat een vetorecht te geven, de stimulans vermindert om van de status quo op te schuiven naar een meer samenwerkingsgezinde oplossing; merkt echter op dat er, tenzij de procedure van artikel 116 VWEU wordt gebruikt, een Verdragswijziging nodig zou zijn om de eenparigheidsvereiste op het gebied van directe belastingen te wijzigen;
F. in der Erwägung, dass die direkte Besteuerung vertragsgemäß in erster Linie in die Zuständigkeit der Mitgliedstaaten fällt; in der Erwägung, dass in dem Maß, in dem die Besteuerung in die Zuständigkeit der EU fällt, für die Ausübung dieser Zuständigkeit im Rat gewöhnlich Einstimmigkeit erforderlich ist; in der Erwägung, dass dies dazu geführt hat, dass auf EU-Ebene trotz aktueller Entwicklungen bei der EU-Integration in Bezug auf den Binnenmarkt und andere Bereiche, die unter die EU-Verträge fallen, wie internationale Handelsabkommen, die gemeinsame Währung und die wirtschafts- und finanzpolitische Steuerung sowie die Grundsätze und die Rechtsvorschrift zur Bekämpfung von Geldwäsche, noch keine wesentlichen Entscheidungen im Bereich der Körperschaftsteuer getroffen wurden; in der Erwägung, dass die Mitgliedstaaten das europäische Wettbewerbsrecht einhalten und sicherstellen müssen, dass ihre Steuergesetzgebung mit den Grundsätzen des Binnenmarkts vereinbar ist und nicht zu Wettbewerbsverzerrungen führt; in der Erwägung, dass der Grundsatz der Einstimmigkeit im Rat dadurch, dass jeder Mitgliedstaat ein Vetorecht hat, den Anreiz verringert, vom Status quo zu einer stärker auf Zusammenarbeit basierenden Lösung zu wechseln; in der Erwägung, dass eine Vertragsänderung erforderlich wäre, um das Erfordernis der Einstimmigkeit in Angelegenheiten der direkten Besteuerung zu ändern, wenn nicht auf das in Artikel 116 AEUV niedergelegte Verfahren zurückgegriffen wird;

F. overwegende dat directe belastingen krachtens het Verdrag voornamelijk een bevoegdheid van de lidstaten zijn; overwegende dat voor zover de EU bevoegdheid heeft op het gebied van belastingen, de uitoefening van die bevoegdheid meestal eenparigheid van stemmen in de Raad vereist; overwegende dat daardoor op EU-niveau nog geen besluiten van betekenis over vennootschapsbelasting zijn genomen, ondanks de recente ontwikkelingen in de EU-integratie in verband met de interne markt en andere gebieden die onder de EU-Verdragen vallen, zoals internationale handelsverdragen, de gemeenschappelijke munt, economische en budgettaire governance, alsmede antiwitwasbeginselen en -wetgeving; overwegende dat de lidstaten het Europese mededingingsrecht in acht moeten nemen en ervoor moeten zorgen dat hun belastingwetgeving met de beginselen van de interne markt strookt en geen concurrentieverstoring veroorzaakt; overwegende dat de eenparigheidsregel in de Raad, door elke lidstaat een vetorecht te geven, de stimulans vermindert om van de status quo op te schuiven naar een meer samenwerkingsgezinde oplossing; merkt echter op dat er, tenzij de procedure van artikel 116 VWEU wordt gebruikt, een Verdragswijziging nodig zou zijn om de eenparigheidsvereiste op het gebied van directe belastingen te wijzigen;
F. in der Erwägung, dass die direkte Besteuerung vertragsgemäß in erster Linie in die Zuständigkeit der Mitgliedstaaten fällt; in der Erwägung, dass in dem Maß, in dem die Besteuerung in die Zuständigkeit der EU fällt, für die Ausübung dieser Zuständigkeit im Rat gewöhnlich Einstimmigkeit erforderlich ist; in der Erwägung, dass dies dazu geführt hat, dass auf EU-Ebene trotz aktueller Entwicklungen bei der EU-Integration in Bezug auf den Binnenmarkt und andere Bereiche, die unter die EU-Verträge fallen, wie internationale Handelsabkommen, die gemeinsame Währung und die wirtschafts- und finanzpolitische Steuerung sowie die Grundsätze und die Rechtsvorschrift zur Bekämpfung von Geldwäsche, noch keine wesentlichen Entscheidungen im Bereich der Körperschaftsteuer getroffen wurden; in der Erwägung, dass die Mitgliedstaaten das europäische Wettbewerbsrecht einhalten und sicherstellen müssen, dass ihre Steuergesetzgebung mit den Grundsätzen des Binnenmarkts vereinbar ist und nicht zu Wettbewerbsverzerrungen führt; in der Erwägung, dass der Grundsatz der Einstimmigkeit im Rat dadurch, dass jeder Mitgliedstaat ein Vetorecht hat, den Anreiz verringert, vom Status quo zu einer stärker auf Zusammenarbeit basierenden Lösung zu wechseln; in der Erwägung, dass eine Vertragsänderung erforderlich wäre, um das Erfordernis der Einstimmigkeit in Angelegenheiten der direkten Besteuerung zu ändern, wenn nicht auf das in Artikel 116 AEUV niedergelegte Verfahren zurückgegriffen wird;

1. Krachtens artikel 28, lid 2, onder a), van de overeenkomst moeten regionale organisaties voor economische integratie met bevoegdheid voor alle onder deze overeenkomst vallende onderwerpen, bij ondertekening of toetreding een verklaring in die zin afleggen.
1. Artikel 28 Absatz 2 Buchstabe a des Übereinkommens bestimmt, dass eine Organisation regionaler Wirtschaftsintegration, wenn sie bei der Unterzeichnung oder ihrem Beitritt die Zuständigkeit über alle unter dieses Übereinkommen fallenden Bereiche hat, eine diesbezügliche Erklärung abgibt.

Krachtens artikel 28, lid 2, onder a), van de overeenkomst moeten regionale organisaties voor economische integratie met bevoegdheid voor alle onder deze overeenkomst vallende onderwerpen, bij ondertekening of toetreding een verklaring in die zin afleggen.
Artikel 28 Absatz 2 Buchstabe a des Übereinkommens bestimmt, dass eine Organisation regionaler Wirtschaftsintegration, wenn sie bei der Unterzeichnung oder ihrem Beitritt die Zuständigkeit über alle unter dieses Übereinkommen fallenden Bereiche hat, eine diesbezügliche Erklärung abgibt.

O. overwegende dat het EU-kader in de oprichting van nationale contactpunten voor integratie van de Roma in elke lidstaat voorzag en dat in dat kader werd aangegeven dat deze contactpunten de volledige bevoegdheid zouden moeten krijgen voor de coördinatie van integratie van de Roma op alle beleidsterreinen;
O. in der Erwägung, dass im EU-Rahmen die Einrichtung nationaler Kontaktstellen für die Integration der Roma in jedem Mitgliedstaat vorgesehen ist und dass diese Kontaktstellen die uneingeschränkte Befugnis zur wirkungsvollen Koordinierung der bereichsübergreifenden Integration der Roma erhalten sollten;

h) „regionale organisatie voor economische integratie”: een regionale organisatie voor economische integratie waaraan de daartoe behorende lidstaten de bevoegdheid hebben overgedragen voor de aangelegenheden waarop deze overeenkomst betrekking heeft, met inbegrip van de bevoegdheid om namens de daartoe behorende lidstaten bindende beslissingen inzake die aangelegenheden te nemen;
„Organisation regionaler Wirtschaftsintegration“ eine Organisation regionaler Wirtschaftsintegration, der ihre Mitgliedstaaten Zuständigkeiten in den unter dieses Übereinkommen fallenden Bereichen übertragen haben, einschließlich der Befugnis, in diesen Bereichen für ihre Mitgliedstaaten bindende Entscheidungen zu treffen;

Krachtens artikel 1, onder h), van de overeenkomst wordt onder „regionale organisatie voor economische integratie” verstaan een regionale organisatie voor economische integratie waaraan de daartoe behorende lidstaten de bevoegdheid hebben overgedragen voor de aangelegenheden waarop deze overeenkomst betrekking heeft, met inbegrip van de bevoegdheid om namens de daartoe behorende lidstaten bindende beslissingen inzake die aangelegenheden te nemen;
Nach Maßgabe des Artikels 1 Buchstabe h des Übereinkommens ist eine „Organisation regionaler Wirtschaftsintegration“ eine Organisation regionaler Wirtschaftsintegration, der ihre Mitgliedstaaten Zuständigkeiten in den unter dieses Übereinkommen fallenden Bereichen übertragen haben, einschließlich der Befugnis, in diesen Bereichen für ihre Mitgliedstaaten bindende Entscheidungen zu treffen.

Artikel XXII van het Protocol voor rijdend spoorwegmaterieel bepaalt dat door soevereine staten ingestelde regionale organisaties voor economische integratie die bevoegdheid hebben over bepaalde door dit protocol beheerste aangelegenheden, dit kunnen ondertekenen, aanvaarden, goedkeuren of ertoe kunnen toetreden, op voorwaarde dat zij de in het tweede lid van dit artikel bedoelde verklaring afleggen.
Nach Artikel XXII des Protokolls können Organisationen der regionalen Wirtschaftsintegration, die von souveränen Staaten gebildet werden und für bestimmte vom Protokoll erfasste Fragen zuständig sind, das Protokoll vorbehaltlich der Abgabe der Erklärung gemäß Artikel XXII Absatz 2 unterzeichnen, annehmen, genehmigen oder ihm beitreten.

5". regionale organisatie voor economische integratie": regionale organisaties voor economische integratie waaraan de lidstaten de bevoegdheid hebben overgedragen voor de aangelegenheden waarop deze overeenkomst betrekking heeft, met inbegrip van de bevoegdheid om namens de lidstaten bindende beslissingen inzake die aangelegenheden te nemen,
5". Organisation regionaler Wirtschaftsintegration" eine Organisation der regionalen Wirtschaftsintegration, der die Mitgliedstaaten die Zuständigkeit in unter dieses Übereinkommen fallenden Bereichen übertragen haben, einschließlich der Befugnis, in diesen Bereichen für die Mitgliedstaaten bindende Entscheidungen zu treffen;