Indien de onderneming na afloop van de termijnen bedoeld in het eerste lid (maximum vierentwintig maanden) niet het bewijs geleverd heeft van de naleving van de wetgevingen en regelgevingen bedoeld in de §§ 1, tweede lid, 2° en 3°, of 2, eerste lid, 2°, of 2, tweede lid, 2° en 3°, alsook van de doelstellingen bedoeld in de §§ 1, 4° en 5°, of 2, tweede lid, 4° en 5°, gaat de Minister of de afgevaardigde am
btenaar over tot de intrekking van de beslissing tot toekenning van de premie en geeft de administratie de onderneming kennis van de intrekking bij aangetekend schrijven of via elke modaliteit die een vaste datum aan de verzending verlee
...[+++]nt.