Traduction de «lidstaten jongeren relatief » (Néerlandais → Allemand) :

Dit heeft tot gevolg dat in sommige lidstaten jongeren relatief meer gevaar beginnen te lopen om in de armoede terecht te komen dan ouderen.
Dies hat zur Folge, dass in einigen Mitgliedstaaten junge Menschen einem verhältnismäßig größeren Armutsrisiko ausgesetzt sind als ältere Menschen.

16. vestigt de aandacht van de lidstaten en de Commissie erop dat er na 2020, hoewel er steeds minder mensen in de werkende leeftijd zullen zijn, een beleid van actieve insluiting voor de betrokkenen nodig zal zijn en dat er alsmaar meer om banen zal worden gestreden omdat de particuliere sector steeds minder werk zal bieden aan thans relatief laaggeschoolden; wijst erop dat zelfs in sommige zeer rijke lidstaten (bijvoorbeeld Denemarken en Luxemburg) een zorgwekkende toename van de langdurige werkloosheid waarneembaar is (haast 12 miljoen mensen in de EU staan te boek als langdurig werkloos, wat neerkomt op 5 % van de beroepsbevolking, en 59 % van hen zit al twee jaar zonder werk); verzoekt de Commissie, in samenwerking met de lidstaten, praktische oplossingen te zoeken om bijzonder laaggeschoolde of ongeschoolde werknemers overbruggend werk te verschaffen en/of hen te helpen weer werk te vinden, wat een nieuwe aanpak vergt, samen met niet alleen strategieën voor de lange termijn maar ook maatregelen op korte termijn, zoals vormen van inkomensondersteuning, om de sociale uitsluiting van de meest kansarme groepen te voorkomen, en een aanpassing van bestaande instrumenten, zoals het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het ESF, om permanente langdurige werkloosheid, een herhaling van de recente vlucht van de bevolking – en met name van mensen boven de 50 jaar en jongeren – naar meer ontwikkelde regio's, en een aanhoudende toename van die uitstroom te voorkomen; verzoekt de Commissie na te gaan in hoeverre banen in de particuliere sector openstaan voor bijzonder laaggeschoolden, en aan te geven welke nieuwe banen waarvoor geen opleiding vereist is, op korte termijn tot 2020 kunnen worden geschapen;
16. weist die Mitgliedstaaten und die Kommission darauf hin, dass nach 2020 trotz immer weniger Menschen im erwerbsfähigen Alter dennoch Maßnahmen für eine aktive Inklusion dieser Menschen notwendig sein werden, und dass es einen immer stärkeren Wettbewerb um Arbeitsplätze geben wird, während der Privatsektor immer weniger Arbeitsplätze für diejenigen, die derzeit relativ gering qualifiziert sind, bereitstellen wird; weist darauf hin, dass selbst in einigen der reichsten Mitgliedstaaten (z. B. Dänemark oder Luxemburg) die Langzeitarbeitslosigkeit in besorgniserregendem Maße ansteigt (in der EU gibt es fast 12 Millionen Langzeitarbeitslose, das sind fünf Prozent der dem Arbeitsmarkt tatsächlich zur Verfügung stehenden Personen, von denen 59 % seit zwei Jahren keine Arbeit finden); fordert die Kommission auf, in Zusammenarbeit mit den Mitgliedstaaten auf konkrete Überbrückungslösungen für die Beschäftigung von besonders gering qualifizierten oder ungelernten Arbeitskräften bzw. für ihre Wiedereingliederung in die Arbeitswelt hinzuwirken, was eine neue Herangehensweise und nicht nur langfristige Strategien, sondern auch kurzfristige Maßnahmen – etwa Formen von Einkommenszuschüssen zur Vermeidung der gesellschaftlichen Ausgrenzung von besonders bedürftigen Bevölkerungsgruppen – erforderlich macht, sowie die Anpassung bereits bestehender Maßnahmen des Europäischen Fonds für regionale Entwicklung (EFRE) und des ESF, um anhaltende Langzeitarbeitslosigkeit, die Wiederkehr der jüngsten Abwanderungen von Menschen, insbesondere im Alter über 50 Jahren und junger Leute, in entwickeltere Regionen und die dauerhafte Zunahme dieser Abwanderung zu verhindern; fordert die Kommission auf, zu prüfen, welche Arbeitsplätze im Privatsektor auch für besonders gering qualifizierte Arbeitnehmer zugänglich sind und welche neuen Arbeitsplätze, für die keine Ausbildung erforderlich ist, kurzfristig bis 2020 geschaffen werden können,

6. uit scherpe kritiek op de algemene strategie in de mededeling van de Commissie over de landenspecifieke aanbevelingen voor 2014 met betrekking tot "de bestrijding van de werkloosheid", die er onder andere in bestaat de flexibiliteit van de arbeidsmarkten nog verder op te voeren en "de relatief hoge arbeidskosten" terug te dringen; wijst erop dat juist deze door de lidstaten doorgevoerde neoliberale "structuurhervormingen" van de arbeidsmarkten debet waren – en nog zijn – aan de drastische toename van onbestendige arbeidsverhoudingen, de verlaagde niveaus van sociale bescherming en de uitbreiding van de lagelonensectoren waarover in de verslagen van de Commissie over de werkgelegenheidssituatie zo wordt geklaagd, ontwikkelingen die met name de jongeren en hun kansen op de arbeidsmarkt bijzonder zwaar raken;
6. spricht sich vehement gegen den allgemeinen Ansatz der Kommission aus, den sie in ihrer Mitteilung zu den länderspezifischen Empfehlungen für das Jahr 2014 zur „Bekämpfung der Arbeitslosigkeit“ vertritt und der unter anderem darin besteht, die Arbeitsmärkte weiter zu flexibilisieren und „die relativ hohen Arbeitskosten“ zu senken; weist darauf hin, dass es genau diese neoliberalen „strukturellen Arbeitsmarktreformen“ der Mitgliedstaaten waren und sind, die zu einem dramatischen Anstieg der prekären Beschäftigungsformen, einer Verringerung des sozialen Schutzes und der Ausweitung des Niedriglohnsektors geführt haben; weist darauf hin, dass dies in den Beschäftigungsberichten der Kommission so sehr bedauert wird und dass diese Entwicklungen äußerst negative Auswirkungen insbesondere auf junge Menschen und ihre Beschäftigungsaussichten haben;

9. uit scherpe kritiek op de algemene aanpak van de Commissie in haar mededeling over de landenspecifieke aanbevelingen voor 2013 met betrekking tot "de bestrijding van de werkloosheid", waarbij de nadruk ligt op het nog verder opvoeren van de flexibiliteit van de arbeidsmarkten en het terugdringen van "de relatief hoge arbeidskosten", enz.; wijst erop dat juist deze door de lidstaten doorgevoerde neoliberale "structurele hervormingen" van de arbeidsmarkten debet waren – en nog zijn – aan de drastische toename van onzekere dienstverbanden, de verlaagde niveaus van sociale bescherming en de uitbreiding van de lagelonensectoren waarover in de verslagen van de Commissie over de werkgelegenheidssituatie zo wordt geklaagd, ontwikkelingen die met name funest zijn voor de jongeren en hun kansen op de arbeidsmarkt; vraagt de Commissie te breken met het beleid van bevordering van neoliberale structurele arbeidsmarkthervormingen dat zij de afgelopen tientallen jaren gevoerd heeft en een Europese werkgelegenheidsstrategie op te stellen die uitgaat van het beginsel "goed werk" en de IAO-agenda voor fatsoenlijk werk, met een sterke nadruk op het scheppen van duurzame kwaliteitsbanen, de geleidelijke afschaffing van precaire arbeid, de afschaffing van bijstand met werkverplichting, de bevordering van arbeidskwaliteit, de verbetering van de sociale zekerheid en de rechten van de werknemers, de bevordering van collectieve arbeidstijdverkorting en het combineren van werk en privéleven; benadrukt dat in de herziene richtsnoeren speciale aandacht moet worden besteed aan gendergelijkheid, met maatregelen om de toegang van vrouwen tot de arbeidsmarkt te verbeteren en om gelijkheid voor vrouwen en mannen op het werk te garanderen;
9. spricht sich vehement gegen den allgemeinen Ansatz der Kommission in ihrer Mitteilung zu den länderspezifischen Empfehlungen zur Bekämpfung der Arbeitslosigkeit für das Jahr 2013 aus, dessen Schwerpunkt darauf liegt, den Arbeitsmarkt weiter zu flexibilisieren und die „relativ hohen Arbeitskosten zu senken“ usw.; weist darauf hin, dass es genau diese neoliberalen „strukturellen Arbeitsmarktreformen“ der Mitgliedstaaten waren und sind, die zu einem dramatischen Anstieg prekärer Beschäftigungsverhältnisse, einer Absenkung des sozialen Schutzes und der Ausweitung des Niedriglohnsektors geführt haben, und dass diese Entwicklungen in den Beschäftigungsberichten der Kommission auch stark bedauert werden und sich insbesondere auf Jugendliche und deren Beschäftigungsaussichten äußerst negativ auswirken; fordert die Kommission auf, die Förderung der neoliberalen strukturellen Arbeitsmarktreformen der vergangenen Jahrzehnte zu beenden und eine Europäische Beschäftigungsstrategie auf der Grundlage des Konzepts der „guten Arbeit“ und der Agenda für menschenwürdige Arbeit der IAO auszuarbeiten, in der starkes Gewicht auf die Schaffung von hochwertigen und nachhaltigen Arbeitsplätzen gelegt, ein allmählicher Abbau prekärer Beschäftigungsverhältnisse gewährleistet, Arbeitsbeschaffungsmaßnahmen (Workfare-Programme) abgeschafft, hochwertige Arbeit gefördert, die soziale Sicherheit verbessert, die Arbeitnehmerrechte gestärkt sowie kürzere tarifrechtlich geregelte Arbeitszeiten ohne Einkommenseinbußen und die Vereinbarkeit von Berufs- und Privatleben begünstigt werden; betont, dass in den überarbeiteten Leitlinien besonderes Gewicht auf Gleichstellung der Geschlechter gelegt werden sollte, darunter Maßnahmen, um den Zugang von Frauen zum Arbeitsmarkt zu verbessern, sowie Maßnahmen, um eine gleichberechtigte Beschäftigung von Frauen und Männern sicherzustellen;

3. verzoekt de Commissie en de lidstaten de mobiliteit van beroepsuitoefenaren verder te bevorderen; beschouwt de relatief geringe aantallen mobiele beroepsuitoefenaren een bron van zorg en is van oordeel dat er strategieën moeten worden ontwikkeld om dit probleem aan te pakken; wijst met nadruk op de recente Eurobarometer-enquête, waaruit blijkt dat ruim 50 procent van de jongeren in Europa openstaat voor of enthousiast is over werken in het buitenland ;
3. fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, die Mobilität unter Fachkräften weiter zu fördern; ist der Auffassung, dass die verhältnismäßig geringe Zahl von mobilen Fachkräften Anlass zur Sorge gibt, und regt an, Strategien zur Bewältigung dieses Problems auszuarbeiten; unterstreicht das Ergebnis der jüngsten Eurobarometer-Umfrage, derzufolge über 50 % der jungen Menschen in Europa bereit sind oder den festen Willen haben, in einem anderen Land zu arbeiten ;

Jongeren zijn relatief hard getroffen door de crisis en de werkloosheid onder jongeren in de EU bedraagt gemiddeld meer dan 20 procent, twee keer zo veel als de werkloosheid onder volwassenen, terwijl in enkele lidstaten zelfs meer dan 40 procent van de jongeren werkloos is.
Junge Menschen hatten in besonders starkem Maße unter der Krise zu leiden und die durchschnittliche Jugendarbeitslosigkeit in der EU liegt bei über 20 %, womit sie doppelt so hoch ist wie die der Erwachsenen, und beträgt in einigen Mitgliedstaaten über 40 %.