...mings
jaar als tijdens de militaire initiatiefase. Teneinde rekening te houden met het advies van de Raad van State, is artikel 20sexies, § 1, van de wet van 21 december 1990 houdende statuut van de kandidaat-militairen van het actief kader, aangepast. Het eerste lid stelt dat de Koning de criteria voor de beoordeling van de karakteriële hoedanigheden van een kandidaat bepaalt en dat deze criteria op ' waarneembare gedragingen ' moeten berusten. Dit is reeds het geval. Zo zijn er voor elk criterium, zoals bijvoorbeeld zin voor initiatief, voorbeelden van gedragingen opgenomen in een beoordelingsrooster, dat men kan terugvinden in bijla
...[+++]ge bij het algemeen order J/801 betreffende de beoordeling van de karakteriële geschiktheid tijdens de vorming van de kandidaat-militair van het actief kader. Voor het bovenvermelde voorbeeld vindt men aldus gedragingen zoals : ' Neemt dikwijls een afwachtende houding aan of is tevreden met lijdzaam toekijken/Neemt doorgaans de nodige initiatieven om zijn opdracht tot een goed einde te brengen/Grijpt iedere mogelijkheid tot het nemen van initiatief met beide handen aan '. Elk van deze gedragingen is geassocieerd met een score die dan wordt toegekend aan het betrokken criterium. Alhoewel het bovenvermeld algemeen order algemeen bekend is bij en verspreid is onder de onderrichters en de kandidaat-militairen, is er evenwel tijdens de syndicale onderhandeling van de wet in onderwerp overeengekomen en in het onderhandelingsakkoord hernomen dat de overheid zich engageert dat een lijst van waarneembare gedragingen door de Koning zal worden vastgesteld. Teneinde de voortzetting van de momenteel aan de gang zijnde vormingen te garanderen, zonder de kandidaten te benadelen door een juridische leemte en een onzekerheid, wordt een derde lid toegevoegd dat bepaalt dat wat de waarneembare gedragingen betreft, deze bepaald blijven door de minister, in praktijk door AO-J/801 tot 31 december 2006. Teneinde tegemoet te komen aan de opmerkingen van de Raad van State, werd beslist § 2, tweede lid, van dit artikel te herformuleren. ......sjahres schwerer als während seiner Phase der militärischen Einführung. Um dem Gutachten des Staatsrates Rechnung zu tragen, wird Artikel 20sexies § 1 des Gesetzes vom 21. Dezember 1990 über das Statut der Militäranwärter des aktiven Kaders abgeändert. Absatz 1 bestimmt, dass der König die Kriterien zur Beurteilung der charakterlichen Eigenschaften eines Anwärters festlegt und dass diese Kriterien auf ' wahrnehmbaren Verhaltensweisen ' beruhen müssen. Dies ist bereits der Fall. So werden für jedes Kriterium, beispielsweise der Initiativgeist, Beispiele von Verhaltensweisen in einem Beurteilungsraster angeführt, das dem Generalbefehl J/801 über die Beurteilung der charakterlichen Eignung des Militäranwärters des aktiven Kaders während der
...[+++] Ausbildung als Anhang beigefügt ist. Für das erwähnte Beispiel sind Verhaltensweisen angeführt wie ' Nimmt oft eine abwartende Haltung ein oder begnügt sich damit, passiv zu beobachten/Ergreift meist die erforderlichen Initiativen, um seine Aufgaben auszuführen/Nutzt jede Gelegenheit, um Initiative zu ergreifen '. Mit jeder dieser Verhaltensweisen ist eine Bewertung verbunden, die dem betreffenden Kriterium verliehen wird. Obwohl der vorerwähnte Generalbefehl weitgehend bekannt ist und bei den Ausbildern und Militäranwärtern verbreitet wurde, ist jedoch bei der Gewerkschaftsverhandlung über den Gesetzentwurf vereinbart und im Vereinbarungsprotokoll angegeben worden, dass die Behörde sich verpflichtet, die Liste von wahrnehmbaren Verhaltensweisen durch den König festlegen zu lassen. Um die Weiterführung der derzeit laufenden Ausbildungen zu gewährleisten, ohne den Anwärtern durch eine Rechtslücke und durch Ungewissheit zu schaden, wurde ein Absatz 3 hinzugefügt, in dem präzisiert ist, dass spätestens bis zum 31. Dezember 2006 dasjenige, was die wahrnehmbaren Verhaltensweisen betrifft, weiterhin durch den Minister festgelegt wird, das heißt in der Praxis durch den Generalbefehl J/801. Um die Anmerkungen des Staatsrates einzuhalten, wurde beschlossen, § 2 Absatz 2 dieses Artikels umzuformulieren. ...