De regels in de richtlijn “Televisie zonder Grenzen” zijn helder: de lidstaten en hun bevoegde instanties hebben de verantwoordelijkheid zorg te dragen voor de naleving van dit verbod door de omroeporganisaties die onder hun bevoegdheid vallen, met inbegrip van omroeporganisaties uit derde landen, indien wordt voldaan aan bovengenoemde voorwaarden, te weten als deze gebruik maken van een door een lidstaat verleende frequentie of capaciteit van een satelliet of een in een lidstaat gelegen verbinding naar een satelliet toe.
In den Bestimmungen der Richtlinie „Fernsehen ohne Grenzen“ heißt es dazu eindeutig: Die Mitgliedstaaten und ihre zuständigen Behörden haben zu gewährleisten, dass dieses Verbot von den Fernsehveranstaltern, die ihrer Rechtshoheit unterliegen, einschließlich der in Drittländern niedergelassenen, beachtet wird, sofern die bereits genannten Bedingungen erfüllt sind, d. h. sofern sie eine von einem Mitgliedstaat zugeteilte Frequenz, die Übertragungskapazität eines Satelliten bzw. eine Erd-Satelliten-Sendestation eines Mitgliedstaates nutzen.