Art. 26. De financiële instelling die een lening of geldverrichtingen opzegt, meldt dat aan de minister of de gemachtigd ambtenaar tegelijk met het richten van de opzeg aan de onderneming, waarbij van de redenen die aan die beslissing ten grondslag liggen, gewag wordt gemaakt.
Art. 26 - Die Finanzeinrichtung, die einen verbürgten Kredit oder verbürgte Finanzgeschäfte aufkündigt, benachrichtigt den Minister oder den beauftragten Beamten gleichzeitig mit der an den Betrieb gerichteten Aufkündigung, unter Angabe der Gründe für ihren Beschluss.