De Raad besprak met name de precieze draagwijdte van de verplichting voor een lidstaat die een zich op het grondgebied van een andere lidstaat bevindende persoon aftapt, die andere lidstaat daarvan in kennis te stellen.
Der Rat prüfte insbesondere, in welchem Umfang ein Mitgliedstaat, der eine Zielperson im Hoheitsgebiet eines anderen Mitgliedstaats überwacht, verpflichtet ist, diesen Mitgliedstaat entsprechend zu unterrichten.