Rekening houdend met die publiekrechtelijke aspecten kon de decreetgever van mening zijn dat het paste - zoals voor de functies in overheidsdienst, of voor de mandatarissen van instellingen waarop de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut van toepassing is, krachtens artikel 15 van die wet - in een leeftijdsgrens te voorzien die de wet niet aan bestuurders van private vennootschappen oplegt.
Unter Berücksichtigung dieser Aspekte des öffentlichen Rechts konnte der Dekretgeber den Standpunkt vertreten, dass es angebracht sei - wie für die Funktionen im öffentlichen Dienst oder für die Mandatsträger von Einrichtungen, auf die das Gesetz vom 16. März 1954 über die Kontrolle bestimmter Einrichtungen öffentlichen Interesses Anwendung findet aufgrund von Artikel 15 dieses Gesetzes -, eine Altersgrenze vorzusehen, die das Gesetz den Verwaltungsratsmitgliedern privatrechtlicher Gesellschaften nicht auferlegt.