10. veroordeelt het gebruik van steniging in de sharia-wetgeving en alle vormen van vernederende en wrede straffen, met name zoals die worden toegepast in Iran, een aantal provincies van Nigeria, Saudi-Arabië en Soedan, en dringt erop aan dat op de zitting van de UNCHR van 2003 een initiatief wordt genomen voor een resolutie over deze kwestie;
10. verurteilt die Vornahme von Steinigungen nach dem Gesetz der Sharia sowie alle Formen erniedrigender und grausamer Bestrafung, wie sie insbesondere in Iran, einigen Bundesstaaten Nigerias, Saudi-Arabien und Sudan praktiziert werden, und fordert nachdrücklich, dass im Rahmen der UNCHR-Tagung 2003 eine Resolution zu diesem Thema eingebracht wird;