Traduction de «rekenkamer geen audit » (Néerlandais → Allemand) :

Als extern controleur van de EU maakt de Rekenkamer geen deel uit van het “single audit”-systeem van de Commissie.
Als externer Prüfer der EU ist der Hof nicht Teil des "Single Audit"-Systems der Kommission.

De controles omvatten zowel een financiële controle als een management-audit, ook al had de rekenkamer geen enkele bevoegdheid om een overcompensatie van de door TV2 in verband met de openbare dienstverlening gemaakte kosten te verhinderen.
Die betreffenden Prüfungen beinhalteten Verwaltungs- und Finanzprüfungen; der dänische Rechnungshof war jedoch nicht befugt, über Kompensationen der TV2 bei der Erfüllung der gemeinwirtschaftlichen Verpflichtung entstandenen Kosten zu verhindern.

3. wijst op de opmerking van de Rekenkamer in paragraaf 10.18 van haar Jaarverslag over 2005 dat naar aanleiding van de DAS-controle 2004 van de Rekenkamer en twee interne controles de administratie van het CvdR enkele personen aan wie salaris met aanpassingscoëfficiënten werd overgemaakt verzocht aanvullende bewijsstukken over te leggen en diverse overmakingen die niet vóór mei 2004 op regelmatige wijze waren verricht en/of waarvoor de begunstigden geen toereikend bewijs hadden overgelegd, werden stopgezet; in 2005 heeft de administratie volgens het verslag van de Rekenkamer geen te veel betaalde bedragen ingevorderd, hoewel artikel 85 van het Statuut bepaalt dat "een onverschuldigd betaald bedrag wordt teruggevorderd, indien de bevoordeelde kennis droeg van de onregelmatigheid van de betaling of indien deze onregelmatigheid zo voor de hand lag dat de bevoordeelde daarvan kennis had moeten dragen"; wijst op het in het verslag van de Rekenkamer opgenomen antwoord van het CvdR dat de door de secretaris-generaal opgedragen interne audit inzake de overmaking van salarissen pas in februari 2006 werd afgerond en dat de Administratie nu doende is met de invordering van te veel betaalde bedragen; dit betreft een beperkt aantal ambtenaren;
3. nimmt Kenntnis von der Bemerkung des Rechnungshofs in Ziffer 10.18 seines Jahresberichts 2005, dass die Verwaltung des AdR im Anschluss an die vom Rechnungshof für 2004 durchgeführte Zuverlässigkeitsprüfung sowie zwei weitere interne Prüfungen bestimmte Anspruchsberechtigte aufgefordert hat, für die Überweisung eines Teilbetrags der Bezüge, auf die ein Berichtigungskoeffizient angewandt wird, zusätzliche Nachweise zu erbringen, dass mehrere Überweisungen, die vor Mai 2004 nicht regelmäßig vorgenommen worden waren und/oder für die die Anspruchsberechtigten keine hinreichenden Nachweise erbrachten, eingestellt wurden und dass die Verwaltung im Jahr 2005 keine zu viel gezahlten Beträge eingezogen hat, obwohl nach Artikel 85 des Beamtenstatuts "jeder ohne rechtlichen Grund gezahlte Betrag (...) zurückzuerstatten (ist), wenn der Empfänger den Mangel des rechtlichen Grundes der Zahlung kannte oder der Mangel so offensichtlich war, dass er ihn hätte kennen müssen"; nimmt Kenntnis von der im Bericht des Rechnungshofs enthaltenen Antwort des AdR, dass die vom Generalsekretär geforderte interne Prüfung der Überweisung eines Teilbetrags der Bezüge erst im Februar 2006 abgeschlossen wurde und dass die Verwaltung nun dabei ist, die zu viel gezahlten Beträge einzuziehen, wovon nur eine geringe Anzahl von Bediensteten betroffen ist;

3. wijst op de opmerking van de Rekenkamer in paragraaf 10.18 van haar Jaarverslag over 2005 dat naar aanleiding van de DAS-controle 2004 van de Rekenkamer en twee interne controles de administratie van het CvdR enkele personen aan wie salaris met aanpassingscoëfficiënten werd overgemaakt verzocht aanvullende bewijsstukken over te leggen en diverse overmakingen die niet vóór mei 2004 op regelmatige wijze waren verricht en/of waarvoor de begunstigden geen toereikend bewijs hadden overgelegd, werden stopgezet; in 2005 heeft de administratie volgens het verslag van de Rekenkamer geen te veel betaalde bedragen ingevorderd, hoewel artikel 85 van het Statuut bepaalt dat “een onverschuldigd betaald bedrag wordt teruggevorderd, indien de bevoordeelde kennis droeg van de onregelmatigheid van de betaling of indien deze onregelmatigheid zo voor de hand lag dat de bevoordeelde daarvan kennis had moeten dragen”; wijst op het in het verslag van de Rekenkamer opgenomen antwoord van het CvdR dat de door de secretaris-generaal opgedragen interne audit inzake de overmaking van salarissen pas in februari 2006 werd afgerond en dat de Administratie nu doende is met de invordering van te veel betaalde bedragen; dit betreft een beperkt aantal ambtenaren;
3. nimmt Kenntnis von der Bemerkung des Europäischen Rechnungshofs (ERH) in Ziffer 10.18 seines Jahresberichts 2005, dass die Verwaltung des AdR im Anschluss an die vom Hof für 2004 durchgeführte DAS-Prüfung sowie zwei weitere interne Prüfungen bestimmte Anspruchsberechtigte aufforderte, für die Überweisung eines Teilbetrags der Bezüge, auf die ein Berichtigungskoeffizient angewandt wird, zusätzliche Nachweise zu erbringen, dass mehrere Überweisungen, die vor Mai 2004 nicht regelmäßig vorgenommen worden waren und/oder für die die Anspruchsberechtigten keine hinreichenden Nachweise erbrachten, eingestellt wurden und dass die Verwaltung im Jahr 2005 keine zu viel gezahlten Beträge eingezogen hat, obwohl nach Artikel 85 des Beamtenstatuts „jeder ohne rechtlichen Grund gezahlte Betrag (...) zurückzuerstatten (ist), wenn der Empfänger den Mangel des rechtlichen Grundes der Zahlung kannte oder der Mangel so offensichtlich war, dass er ihn hätte kennen müssen“; nimmt Kenntnis von der im Bericht des ERH enthaltenen Antwort des AdR, dass die vom Generalsekretär geforderte interne Prüfung der Überweisung eines Teilbetrags der Bezüge erst im Februar 2006 abgeschlossen wurde und dass die Verwaltung nun dabei ist, die zu viel gezahlten Beträge einzuziehen, wovon nur eine geringe Anzahl von Bediensteten betroffen ist;

2. merkt op dat de audit van de ETGB door de Rekenkamer geen aanleiding gaf tot opmerkingen (punt 9.24 van het jaarverslag van de Rekenkamer);
2. stellt fest, dass die Überprüfung des Europäischen Datenschutzbeauftragten durch den Rechnungshof keinen Anlass zu Bemerkungen gab (Ziffer 9.24 des Jahresberichts des Rechnungshofes);

25. betreurt het feit dat de Rekenkamer geen audit heeft uitgevoerd van de uitgaven van de fracties in 1999, het jaar van de laatste Europese verkiezingen; herinnert de Rekenkamer aan het standpunt dat het heeft ingenomen in zijn eerder genoemde resolutie van 13 april 2000, namelijk dat de Rekenkamer iedere twee jaar een audit dient uit te voeren van de financiën van de fracties; verzoekt de Rekenkamer, indien, nodig extra middelen te besteden aan de audit van gelden die door de fracties in Europese verkiezingsjaren zijn uitgegeven;
25. bedauert, dass der Rechnungshof für das Jahr 1999, in dem die letzten Wahlen zum Europäischen Parlament stattgefunden haben, keine Prüfung der Ausgaben der Fraktionen vorgenommen hat; erinnert den Rechnungshof an seinen in der oben genannten Entschließung vom 13. April 2000 vertretenen Standpunkt, dass der Rechnungshof alle zwei Jahre die Finanzen der Fraktionen überprüfen soll; fordert den Rechnungshof auf, gegebenenfalls zusätzliche Mittel einzusetzen, um die Ausgaben der Fraktionen in den Jahren der Europawahlen zu überprüfen;

OLAF voert zelf geen audits uit, maar zal ieder vermoeden van fraude of onregelmatigheid onderzoeken dat de diensten van de Commissie of de Rekenkamer melden na de audits van de vermelde organen (blz. 29).
„Das OLAF führt Prüfungen als solche nicht durch, untersucht aber alle mutmaßlichen Betrugsfälle oder Unregelmäßigkeiten, auf die es von den Kommissionsdienststellen oder vom Rechnungshof im Anschluss an Prüfungen hingewiesen wird“ (S. 42).

i) Wanneer de onregelmatigheden zijn ontdekt dankzij het auditsysteem van de lidstaat (Rekenkamer, interne of externe audits) en de lidstaat binnen een redelijke termijn passende correctiemaatregelen als bedoeld in artikel 19, lid 1, van Beschikking 2000/596/EG neemt, kan de Commissie geen financiële correcties als bedoeld in artikel 19, lid 2, van Beschikking 2000/596/EG opleggen en is de lidstaat vrij om de betrokken financiële middelen opnieuw te gebruiken.
i) Werden durch das Kontrollsystem des Mitgliedstaats - Rechnungshof, Innenrevision oder externe Prüfung - Mängel festgestellt und ergreift der Mitgliedstaat innerhalb einer angemessenen Frist geeignete Abhilfemaßnahmen gemäß Artikel 19 Absatz 1 der Entscheidung 2000/596/EG, so kann die Kommission keine Finanzkorrekturen gemäß Artikel 19 Absatz 2 der Entscheidung 2000/596/EG verhängen, und der Mitgliedstaat kann die Mittel wiederverwenden.

Zij trekt uit haar audit-werkzaamheden drie reeksen belangrijke conclusies : - de rekeningen geven een correct beeld van de ontvangsten en uitgaven en van de financiële situatie van de Unie, maar het informatieve gehalte ervan zou nog kunnen worden verhoogd ; - de Rekenkamer heeft geen significante fouten met betrekking tot de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen met betrekking tot de uitgaven geconstateerd, noch ernstige materiële fouten met betrekking tot de vastleggingen ; - in de onderliggende verrichtingen met betrekking tot de in de rekeningen opgenomen uitgaven heeft de Rekenkamer zoveel ernstige materiële fouten gevonden (meest waarschijnlijke geëxtrapoleerde waarde : 2.400 miljoen ecu, dus 4 % van de totale betalingen) dat zij geen globale positieve verklaring over de wettigheid/regelmatigheid van deze verrichtingen kan afgeven.
Aufgrund seiner Prüfung gelangt der Hof zu den drei nachstehenden wesentlichen Schlußfolgerungen: - Die Jahresabschlüsse vermitteln ein korrektes Bild der Einnahmen und Ausgaben sowie der Finanzlage der Union, wenn auch der informative Wert noch verbessert werden kann; - der Hof hat weder signifikante Fehler hinsichtlich der Rechtmäßigkeit/Ordnungsmäßigkeit der die Einnahmen betreffenden Vorgänge noch schwerwiegende wesentliche Fehler bei den Mittelbindungen festgestellt; - die schwerwiegenden wesentlichen Fehler bei den die verbuchten Zahlungen betreffenden Vorgängen (extrapoliert höchstwahrscheinlich rund 2.400 Mio. ECU, d.h. 4 % der Gesamtzahlungen) lassen es nicht zu, daß der Hof die Gewähr für die Rechtmäßigkeit/Ordnungsmäßigkeit aller Vorgänge übernimmt.