36. is van mening dat, om te komen tot een resultaatgerichter optreden, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid de toepassing van de EU-richtsnoeren over mensenrechtenverdedigers door EU-delegaties in derde landen regelmatig moet evalueren, prioriteit aan dit werk moet toekennen en het nauwgezet moet volgen, alsmede aanbevelingen voor een beter functioneren moet doen aan missies in landen waar de toepassing aanzienlijk te wensen heeft overgelaten;
36. vertritt die Ansicht, dass die Hohe Vertreterin der Europäischen Union für Außen- und Sicherheitspolitik im Interesse eines stärker ergebnisorientierten Handelns die Anwendung der Leitlinien zum Schutz von Menschenrechtsverteidigern durch die einzelnen EU-Delegationen in Drittstaaten regelmäßig bewerten und diese Tätigkeit vorrangig behandeln und aufmerksam verfolgen sollte und denjenigen Missionen, in denen die Umsetzung erkennbare Schwächen aufweist, Empfehlungen unterbreiten und sie zu verstärkten Bemühungen anhalten sollte;