Ten tweede was de methode voor het berekenen van de waarde van het aandelenbezit gebaseerd op de berekening van een bedrijfswaarde (d.i., de som van de vorderingen van zowel obligatiehouders als aandeelhouders) waarbij gebruik werd gemaakt van kasstromen op bedrijfsniveau en eindwaarde en waarvan nadien de schulden werden afgetrokken.
Zweitens wurde zur Bewertung der Beteiligung ein Unternehmenswert (d. h. die Summe der Forderungen der Darlehensgeber sowie der Anteilseigner) berechnet.