Volgens artikel 43, 3°, van het Dopingdecreet van 2
7 maart 1991, in de versie zoals gewijzigd bij het decreet van 19 maart 2
004, wordt wie zich schuldig maakt aan een dopingpraktijk zoals
omschreven in artikel 2, 6°, a), b), c) of d), of aan een daarmee gelijkgestelde praktijk zoals omschreven in artikel 21, § 2, 1°, 2° of 3°, gestraft met een gevangenisstraf van z
es maanden tot vijf jaar ...[+++] en met een geldboete van tweehonderd tot tweeduizend euro of met één van die straffen alleen.
Gemäss Artikel 43 Nr. 3 des Dopingdekrets vom 27. März 1991 in der durch das Dekret vom 19. März 2004 abgeänderten Fassung wird derjenige, der sich einer Dopingpraxis im Sinne von Artikel 2 Nr. 6 Buchstaben a), b), c) oder d) oder einer damit gleichgestellten Praxis im Sinne von Artikel 21 § 2 Nrn. 1, 2 oder 3 schuldig macht, mit einer Gefängnisstrafe von sechs Monaten bis zu fünf Jahren und mit einer Geldbusse von zweihundert bis zweitausend Euro oder mit nur einer dieser Strafen bestraft.