herhaalt dat er geen sprake kan zijn van straffeloosheid voor personen die zich schuldig hebben gemaakt aan mensenrechtenschendingen, oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid, seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes, en voor degenen die verantwoordelijk zijn voor het ronselen van kindsoldaten; benadrukt dat degenen die verantwoordelijk zijn voor dergelijke daden moeten worden aangegeven, geïdentificeerd, vervolgd en gestraft overeenkomstig het nationale en internationale strafrecht.
betont erneut, dass es keine Straffreiheit für Täter von Menschenrechtsverletzungen, Kriegsverbrechen, Verbrechen gegen die Menschlichkeit und sexueller Gewalt gegen Frauen und Mädchen oder für diejenigen geben darf, die für die Rekrutierung von Kindersoldaten verantwortlich sind; betont, dass Personen, die für solche Taten verantwortlich sind, gemeldet, identifiziert, verfolgt und nach nationalem und internationalem Strafrecht bestraft werden müssen.