verzoekt de staten een beleid te volgen dat aandacht schenkt aan geslachtsgerelateerde kwesties en dat waarborgt dat vrouwen wier aanvragen als vluchtelingen gebaseerd zijn op een gegronde vrees voor vervolging om redenen zoals opgesomd in het Verdrag van 1951 en het Protocol van 1967, met inbegrip van vervolging door seksueel geweld of geslachtsgerelateerde vervolging, erkend worden als vluchtelingen. .
Fordert die Staaten auf, einen Ansatz zu wählen, bei dem geschlechtsbezogene Probleme berücksichtigt werden und der sicherstellt, dass Frauen, deren Antrag auf Flüchtlingsstatus sich auf die begründete Angst vor Verfolgung aus den im Übereinkommen von 1951 und im Protokoll von 1967 angeführten Gründen stützt, einschließlich der Verfolgung durch sexuelle Gewalt oder geschlechtsbezogene Verfolgung, als Flüchtlinge anerkannt werden.