Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "terwijl de strafvordering zonder dergelijk " (Nederlands → Duits) :

II. Schendt artikel 20, tweede lid van de Voorafgaande Titel van het wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door te bepalen dat de strafvordering toch nog verder kan worden uitgeoefend tegenover een rechtspersoon die zijn rechtspersoonlijkheid heeft verloren op één van de wijzen bepaald in artikel 20, eerste lid van de Voorafgaande Titel van het wetboek van strafvordering, én dit zonder dat bewijs moet worden geleverd dat dit verlies van de rechtspersoonlijkheid tot doel heeft om te ontsnappen aan de vervolging, wanneer dit verlies van rechtspersoonlijkheid zich pas voordoet nadat de rechtspersoon overeenkomstig artikel 61bis van het wetboek van strafvordering door de onderzoeksrechter in verdenking is ...[+++]

II. Verstößt Artikel 20 Absatz 2 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er bestimmt, dass die Strafverfolgung weiterhin ausgeübt werden kann gegen eine juristische Person, die die Rechtspersönlichkeit verloren hat auf eine der in Artikel 20 Absatz 1 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches bestimmten Weisen, und zwar ohne dass der Beweis dafür erbracht werden muss, dass dieser Verlust der Rechtspersönlichkeit als Ziel hatte, der Verfolgung zu entgehen, wenn dieser Verlust der Rechtspersönlichkeit erst eintritt, nachdem die juristische Person gemäß Artikel 61bis ...[+++]


Ten aanzien van de eerste categorie zou de strafvordering nog kunnen worden uitgeoefend zonder dat het bewijs moet worden geleverd dat het verlies van de rechtspersoonlijkheid tot doel had aan de vervolging te ontsnappen, terwijl de strafvordering ten aanzien van de andere categorieën enkel nog zou kunnen worden uitgeoefend indien dat bewijs zou worden geleverd.

In Bezug auf die erste Kategorie habe die Strafverfolgung noch ausgeübt werden können, ohne dass der Beweis habe erbracht werden müssen, dass der Verlust der Rechtspersönlichkeit bezweckt habe, der Verfolgung zu entgehen, während die Strafverfolgung in Bezug auf die anderen Kategorien nur noch ausgeübt werden könne, wenn dieser Beweis erbracht werde.


« Schendt artikel 21bis van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het niet voorziet in een mogelijkheid van beroep tegen de beslissing van het openbaar ministerie om de toegang tot een dossier in het opsporingsonderzoek te weigeren, terwijl bij artikel 61ter van het Wetboek van strafvordering een dergelijk beroep openstaat tege ...[+++]

« Verstößt Artikel 21bis des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er gegen die Entscheidung der Staatsanwaltschaft zur Verweigerung der Einsichtnahme in eine Akte im Ermittlungsverfahren keine Beschwerdemöglichkeit vorsieht, während gemäß Artikel 61ter des Strafprozessgesetzbuches gegen die Entscheidung des Untersuchungsrichters zur Verweigerung der Einsichtnahme in eine Akte während der gerichtlichen Untersuchung wohl eine solche Beschwerdemöglichkeit vorliegt?


2. « Schendt artikel 479 juncto de artikelen 483 en 503bis van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij voor de inverdenkinggestelde van een misdrijf dat samenhangend is met een misdrijf gepleegd door een persoon met een van de hoedanigheden vermeld in artikel 479 van het Wetboek van Strafvordering niet voorzien in een ' filterprocedure ' (procedure die vergelijkbaar is met de regeling der rechtspleging zoals bedoeld in artikel 127 van het Wetboek van Strafvordering), terwijl ...[+++]

2. « Verstößt Artikel 479 in Verbindung mit den Artikeln 483 und 503bis des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie für den Beschuldigten einer Straftat, die mit einer Straftat zusammenhängt, welche von einer Person mit einer der in Artikel 479 des Strafprozessgesetzbuches genannten Eigenschaften begangen wurde, kein ' Filterverfahren ' (mit der in Artikel 127 des Strafprozessgesetzbuches erwähnten Regelung des Verfahrens vergleichbares Verfahren) vorsehen, während ein solches Verfahren wohl vorgesehen ist in Bezug auf den Beschuldigten einer Straftat, die mit einer Straftat zusammenhängt, welche vo ...[+++]


4. « Schendt artikel 479 juncto de artikelen 483 en 503bis van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij voor de vrederechter zoals bedoeld in artikel 479 van het Wetboek van Strafvordering niet voorzien in een ' filterprocedure ' (procedure die vergelijkbaar is met de regeling der rechtspleging zoals bedoeld in artikel 127 van het Wetboek van Strafvordering), terwijl een dergelijke procedure wel voorzien is voor wat betreft een inve ...[+++]

4. « Verstößt Artikel 479 in Verbindung mit den Artikeln 483 und 503bis des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie für den Friedensrichter im Sinne von Artikel 479 des Strafprozessgesetzbuches kein ' Filterverfahren ' (mit der in Artikel 127 des Strafprozessgesetzbuches erwähnten Regelung des Verfahrens vergleichbares Verfahren) vorsehen, während ein solches Verfahren wohl vorgesehen ist in Bezug auf den Beschuldigten einer Straftat, die mit einer Straftat zusammenhängt, welche von einer Person mit einer der in Artikel 481 des Strafprozessgesetzbuches genannten Eigenschaften begangen wurde, wobei i ...[+++]


Schendt artikel 135, § 1, van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in die zin geïnterpreteerd dat het openbaar ministerie een onbeperkt recht van hoger beroep heeft tegen alle beschikkingen van de raadkamer zonder dat hierbij een bijzonder juridisch belang moet aangetoond worden, en dit in het licht van het fundamenteel verschil dat bestaat tussen het openbaar ministerie en de andere partijen in het strafproces en dat berust op een objectief criterium, meer bepaald het vervullen van opdrachten van openb ...[+++]

Verstößt Artikel 135 § 1 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, dahin ausgelegt, dass die Staatsanwaltschaft über ein unbeschränktes Recht auf Berufung gegen alle Beschlüsse der Ratskammer verfügt, ohne dass dabei ein besonderes rechtliches Interesse nachzuweisen ist, und zwar im Lichte des grundlegenden Unterschieds, den es zwischen der Staatsanwaltschaft und den anderen Parteien im Strafverfahren gibt und der auf einem objektiven Kriterium beruht, nämlich die Erfüllung der Aufträge des öffentlichen ...[+++]


[...] Het besluit, terwijl het de beginselen van het Wetboek van Strafvordering en van de wet van 9 Maart 1908 eerbiedigt, organiseert een nieuwe wijze om verzet te doen, waardoor de uitoefening van het recht van verzet door de behoeftige gedetineerden ten volle gevrijwaard wordt, zonder hen van een enkelen waarborg te berooven ».

[...] Durch den Erlass wird bei gleichzeitiger Einhaltung der Grundsätze des Strafprozessgesetzbuches und des Gesetzes vom 9. März 1908 eine neue Weise des Einspruchs geregelt, die uneingeschränkt die Ausübung des Rechts auf Einspruch durch bedürftige Inhaftierte gewährleistet, ohne ihnen irgendeine Garantie zu entziehen ».


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opei ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vaterschaft für sich in Anspruch nimmt, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er der Vater ...[+++]


Bijgevolg, in zoverre het het openbaar ministerie machtigt om via een minnelijke schikking in strafzaken een einde te maken aan de strafvordering terwijl het dossier bij een onderzoeksrechter aanhangig is gemaakt, zonder dat een daadwerkelijke rechterlijke controle op dat voorstel tot minnelijke schikking bestaat, is artikel 216bis, § 2, van het Wetboek van strafvordering niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, ...[+++]

Demzufolge ist festzuhalten, dass insofern, als er die Staatsanwaltschaft dazu ermächtigt, der Strafverfolgung durch einen Vergleich in Strafsachen zu beenden, während die Akte bei einem Untersuchungsrichter anhängig gemacht worden ist, ohne dass es eine tatsächliche richterliche Kontrolle über diesen Vergleichsvorschlag gibt, Artikel 216bis § 2 des Strafprozessgesetzbuches unvereinbar ist mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit dem Recht auf ein faires Verfahren und mit dem Grundsatz der Unabhängigkeit des Richter ...[+++]


Artikel 14, lid 1, bepaalt dat deze maatregelen het kind "op korte en lange termijn" moeten bijstaan en ondersteunen: alleen FR verwijst uitdrukkelijk naar de duur van de bijstandsmaatregelen, terwijl de andere lidstaten dergelijke maatregelen voor een ".redelijke tijd" bieden zonder een exacte tijdsduur aan te geven.

In Artikel 14 Absatz 1 ist festgelegt, dass Kinder mit diesen Maßnahmen „kurz- und langfristig“ unterstützt und betreut werden sollten: Lediglich FR verweist ausdrücklich auf die Dauer von Betreuungsmaßnahmen, während die anderen Mitgliedstaaten derartige Maßnahmen ohne Angabe konkreter Fristen für einen „angemessenen Zeitraum“ vorzusehen scheinen.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'terwijl de strafvordering zonder dergelijk' ->

Date index: 2022-11-29
w