De beklaagden en de universiteit doen opmerken dat de bescherming van de woning, die door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens wordt gewaarborgd, ook geldt voor de beroepslokalen en dat zij inhoudt dat tot een huiszoeking wordt beslist door een rechter, met volle kennis van zaken en na de elementen à charge en à décharge te hebben onderzocht.
Die Angeschuldigten und die Universität weisen darauf hin, dass der durch Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention garantierte Schutz der Wohnung auch für die beruflich genutzten Räumlichkeiten gelte und beinhalte, dass eine Hausdurchsuchung durch einen Richter beschlossen werde, in voller Kenntnis des Sachverhalts und nach einer Untersuchung der belastenden und entlastenden Elemente.