Vertaling van "verbruik daarvan " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

eindconsumptie in de gezinshuishoudingen | eindverbruik in de gezinshuishoudingen | finaal verbruik door de gezinshuishoudingen | finaal verbruik van gezinshuishoudingen | gezinsconsumptie | particulier verbruik | particuliere consumptie | uiteindelijk verbruik van de gezinshuishouding
Endverbrauch der Haushalte | letzter Verbrauch der privaten Haushalte | privater Verbrauch

verbruik per hoofd [ verbruik per inwoner ]
Pro-Kopf-Verbrauch [ Verbrauch je Einwohner ]

verbruik [ consumptie ]
Verbrauch

collectief verbruik van particuliere instanties | collectief verbruik van particuliere instellingen | collectief verbruik van privaatrechteleijke instellingen
kollektiver Verbrauch der privaten Organisationen | kollektiver Verbrauch der privaten Verwaltungen

Panel voor de gezondheid van gewassen, gewasbeschermingsmiddelen en de residuen daarvan | Panel voor gewasbeschermingsmiddelen en de residuen daarvan
Gremium für Pflanzengesundheit, Pflanzenschutzmittel und ihre Rückstände | Gremium für Pflanzenschutzmittel und ihre Rückstände | Wissenschaftliches Gremium für Pflanzengesundheit, Pflanzenschutzmittel und ihre Rückstände | Wissenschaftliches Gremium für Pflanzenschutzmittel und ihre Rückstände | PPR [Abbr.]

binnenlands verbruik
Inlandsverbrauch

advies geven over verbruik van nutsvoorzieningen | raad geven over verbruik van nutsvoorzieningen
über Energie- und Wasserverbrauch beraten

representatieve organisatie ter verdediging van de verbruikers
repräsentative Organisation zur Verteidigung der Verbraucher

Raad voor het Verbruik
Verbraucherrat

voor het menselijk verbruik geschikt
genusstauglich

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

5° hernieuwbare energiebronnen : alle andere energiebronnen dan fossiele brandstoffen en splijtstoffen, waarvan het toekomstige gebruik niet beperkt wordt door het verbruik daarvan, inzonderheid hydraulische energie, windenergie, zonne-energie, geothermische energie en de biomassa;
5° erneuerbare Energiequelle: jede andere Energiequelle als die fossilen Brennstoffe und die Kernspaltung, deren Verbrauch ihre zukünftige Benutzung nicht beschränkt, insbesondere Wasserenergie, Windkraft, Sonnenenergie, geothermische Energie und Biomasse;

2. benadrukt dat de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen steeds grotere politieke en ecologische risico's met zich meebrengt, dat de verwerving daarvan de lidstaten en de verbruikers steeds meer kost, en dat daarom de hernieuwbare energie die in Europa wordt geproduceerd een grotere rol moet spelen in de energiezekerheid van de Europese Unie;
2. betont, dass die Abhängigkeit von fossilen Energieträgern mit immer größeren politischen und ökologischen Risiken einhergeht und ihre Beschaffung den Mitgliedstaaten und Verbrauchern immer höhere Kosten verursacht und dass deshalb die in Europa erzeugte Energie aus erneuerbaren Quellen bei der Sicherung der Energieversorgungssicherheit der Europäischen Union eine größere Rolle spielen sollte;

9° « hernieuwbare energiebronnen » : elke energiebron, andere dan de brandstoffen en de splijtstoffen, waarvan het toekomstige gebruik niet wordt beperkt door het verbruik daarvan, met name hydraulische energie, windenergie, zonne-energie, geothermische energie en biomassa;
9° erneuerbare Energieträger: alle Energieträger, mit Ausnahme von fossilen Brennstoffen und spaltbarem Material, deren Verbrauch ihre künftige Nutzung nicht einschränkt, insbesondere Wasserkraft, Windenergie, Solarenergie, geothermische Energie und Biomasse;

Wanneer evenwel binnen een termijn van drie jaar vanaf de datum waarop de overbrenging overeenkomstig artikel 19, lid 1, is begonnen, wordt vastgesteld in welke lidstaat de uitslag tot verbruik daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, wordt de uitslag tot verbruik geacht te hebben plaatsgevonden in deze lidstaat, die de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van constatering of van verzending daarvan in kennis stelt .
Wird jedoch vor Ablauf einer Frist von drei Jahren ab dem Tag, an dem die Beförderung nach Artikel 19 Absatz 1 begonnen hat, ermittelt, in welchem Mitgliedstaat die Überführung in den steuerrechtlich freien Verkehr tatsächlich stattgefunden hat, so gilt die Überführung in den steuerrechtlich freien Verkehr als in diesem Mitgliedstaat erfolgt, der wiederum die zuständigen Behörden des Mitgliedstaats der Feststellung oder des Abgangsmitgliedstaats informiert .

Wanneer evenwel binnen een termijn van drie jaar vanaf de datum waarop de overbrenging overeenkomstig artikel 19, lid 1, is begonnen, wordt vastgesteld in welke lidstaat de uitslag tot verbruik daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, wordt de uitslag tot verbruik geacht te hebben plaatsgevonden in deze lidstaat, die de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van constatering of van verzending daarvan in kennis stelt.
Wird jedoch vor Ablauf einer Frist von drei Jahren ab dem Tag, an dem die Beförderung nach Artikel 19 Absatz 1 begonnen hat, ermittelt, in welchem Mitgliedstaat die Überführung in den steuerrechtlich freien Verkehr tatsächlich stattgefunden hat, so gilt die Überführung in den steuerrechtlich freien Verkehr als in diesem Mitgliedstaat erfolgt, der wiederum die zuständigen Behörden des Mitgliedstaats der Feststellung oder des Abgangsmitgliedstaats informiert.

14° " hernieuwbare energiebronnen" : alle andere energiebronnen dan fossiele brandstoffen en kernsplijting, waarvan het toekomstige gebruik niet beperkt wordt door het verbruik daarvan, inzonderheid hydraulische energie, windenergie, zonne-energie, geothermische energie, biogas, organische producten en afvalstoffen van de land- en bosbouw, en het biologisch afbreekbare organische gedeelte van afvalstoffen;
14° die " erneuerbaren Energiequellen" : jede Energiequelle ausserhalb der fossilen Brennstoffe und der Kernspaltung, deren zukünftige Verwendung nicht durch ihren Verbrauch begrenzt wird, insbesondere die Wasserkraft, die Windkraft, die Sonnenenergie, die Erdwärme, das Biogas, die organischen Produkte und Abfälle der Landwirtschaft und der Forstgarten- und Forstpflegewirtschaft und der organische biologisch abbaubare Anteil der Abfälle;

4° ' hernieuwbare energiebronnen ' : alle andere energiebronnen dan fossiele brandstoffen en kernsplijting, waarvan het toekomstige gebruik niet beperkt wordt door het verbruik daarvan, inzonderheid hydraulische energie, windenergie, zonne-energie, geothermische energie, biogas, organische producten en afvalstoffen van de land- en bosbouw, en het biologisch afbreekbare organische gedeelte van afvalstoffen;
4° ' erneuerbare Energieträger ': jede Energiequelle (mit Ausnahme der fossilen Brennstoffe und der Kernspaltung), deren Verbrauch ihre zukünftige Benutzung nicht beschränkt, insbesondere Wasserenergie, Windkraft, Sonnenenergie, geothermische Energie, Biogas, organische Erzeugnisse und Abfälle aus der Land- und Forstwirtschaft, sowie der biologisch abbaubare Anteil der Abfälle;

4° " hernieuwbare energiebronnen" : alle andere energiebronnen dan fossiele brandstoffen en kernsplijting, waarvan het toekomstige gebruik niet beperkt wordt door het verbruik daarvan, inzonderheid hydraulische energie, windenergie, zonne-energie, geothermische energie, biogas, organische producten en afvalstoffen van de land- en bosbouw, en het biologisch afbreekbare organische gedeelte van afvalstoffen;
4° " erneuerbare Energieträger" : jede Energiequelle (mit Ausnahme der fossilen Brennstoffe und der Kernspaltung), deren Verbrauch ihre zukünftige Benutzung nicht beschränkt, insbesondere Wasserenergie, Windkraft, Sonnenenergie, geothermische Energie, Biogas, organische Erzeugnisse und Abfälle aus der Land- und Forstwirtschaft, sowie der biologisch abbaubare Anteil der Abfälle;

B. overwegende dat het verbruik van primaire energie van de EU van 1995 tot 2010 naar schatting met ongeveer 14% zal toenemen en dat als gevolg daarvan het gevaar bestaat dat de verplichting die de EU in Kyoto op zich heeft genomen, namelijk een vermindering van de emissies van broeikasgassen met 8% tussen 1990 en 2010, niet kan worden gehaald; overwegende dat in plaats daarvan een toeneming van 7% van de CO2-emissies wordt verwacht als de ontwikkeling op de huidige voet voortgaat,
B. in der Erwägung, dass der gemeinschaftliche Verbrauch von Primärenergie von 1995-2010 voraussichtlich um nahezu 14% zunehmen wird und somit die gemeinschaftliche Verpflichtung von Kyoto, die Emissionen von Treibhausgasen zwischen 1990 und 2010 um 8% zu senken, nicht eingehalten zu werden droht und stattdessen mit einer 7%igen Zunahme der CO2-Emissionen bei einem Business-as-usual-Szenarium gerechnet wird,