5. Indien het vaartuig onder de vlag vaart of de registratiekenmerken vertoont van de ontvangende lidstaat of een deelnemende lidstaat, kan deze lidstaat, na de nationaliteit van het vaartuig te hebben bevestigd, toestemming verlenen tot het nemen van een of meer van de in de leden 1 en 2 vastgestelde maatregelen.
(5) Führt das Schiff die Flagge des Einsatzmitgliedstaats oder eines beteiligten Mitgliedstaats oder zeigt es dessen Registrierungszeichen, so kann dieser Mitgliedstaat nach Bestätigung der Staatszugehörigkeit des Schiffs eine oder mehrere der in den Absätzen 1 und 2 vorgesehenen Maßnahmen genehmigen.