In het derde middel voeren de verzoekende partijen aan dat de aangevochten bepaling de artikelen 10, 11, 33, 36, 74, 77, 78, 79, 80, 81, 105 en 108 van de Grondwet schendt door aan de Koning, enerzijds, een op zich te ruime machtiging te verlenen (eerste onderdeel) en, anderzijds, een machtiging van een verschillende omvang te verlenen inzake de representativiteit van de beroepsorganisaties buiten die van de geneesheren en deze van de beroepsorganisaties van geneesheren (tweede onderdeel).
Im dritten Klagegrund machen die klagenden Parteien geltend, dass die angefochtene Bestimmung die Artikel 10, 11, 33, 36, 74, 77, 78, 79, 80, 81, 105 und 108 der Verfassung verletzen würde, indem dem König einerseits eine an sich zu weitgehende Ermächtigung erteilt werde (erster Teil) und andererseits eine Ermächtigung unterschiedlichen Umfangs erteilt werde im Bereich der Repräsentativität der Berufsorganisationen ausserhalb derjenigen der Ärzte und jener der Berufsorganisationen der Ärzte (zweiter Teil).