Wat betreft de discriminerende inbreuk, betogen de verzoekende partijen dat, wanneer de ontzegging van een grondwettelijke of wettelijke waarborg wordt aangevoerd, niet dient te worden aangegeven welke categorie van personen concreet die vrijheid zou genieten, maar uitsluitend welke vrijheid in gevaar wordt gebracht.
In bezug auf den diskriminierenden Verstoss führen die klagenden Parteien an, dass in dem Fall, wo der Entzug einer verfassungsmässigen oder gesetzlichen Garantie geltend gemacht werde, nicht die Kategorie von Personen angegeben werden müsse, die konkret in den Vorteil dieser Freiheit gelange, sondern lediglich die gefährdete Freiheit.