Vertaling van "wettig regime " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

wettige zus | wettige zuster
eheliche Schwester

afstamming [ biologische vader | legitimatie | natuurlijke afstamming | onwettige afstamming | wettige afstamming | wettiging ]
biologische Abstammung [ Anerkennung der Vaterschaft | biologische Vaterschaft | eheliche Abstammung | Ehelicherklärung | nicht eheliche Abstammung | Vaterschaftserklärung ]

hoedanigheid van wettig betaalmiddel | status van wettig betaalmiddel
gesetzliches Zahlungsmittel

wettige verdediging
Notwehr

wettige verdenking
begründete Besorgnis der Befangenheit

wettig
rechtmäßig

wettige reden van verschoning
rechtmäßiger Entschuldigungsgrund

overeenkomst (wettige/wettelijke)
Vertrag

wettige arbeidsduur [ x-urige werkweek ]
gesetzliche Arbeitszeit [ X-Stunden-Woche ]

noodweer [ wettige zelfverdediging ]
Notwehr

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

13. benadrukt dat in het geval van Syrië voor elk wettig militair ingrijpen van buitenaf toestemming van het heersende Assad-regime of van de VN-Veiligheidsraad vereist is; beklemtoont dat het absoluut huiverig staat tegenover elk vooruitzicht op welke vorm van samenwerking dan ook met het verwerpelijke Assad-regime;
13. betont, dass im Fall von Syrien eine rechtmäßige, externe militärische Intervention entweder die Genehmigung des regierenden Assad-Regimes oder des Sicherheitsrates der Vereinten Nationen voraussetzt; betont seine absolute Abscheu gegen die Aussicht einer wie auch immer gearteten Zusammenarbeit mit dem entsetzlichen Assad-Regime;

61. stelt vast dat het radio- en televisiewezen in Italië al decennia functioneert in een legaliteitsvacuüm, hetgeen meermaals door het Constitutionele Hof is vastgesteld, en dat de normale wetgever en de verantwoordelijke autoriteiten onmachtig zijn gebleken tot een wettig regime terug te keren; stelt vast dat RAI en Mediaset nog steeds elk de zeggenschap hebben over drie analoge televisieomroepen die via de ether uitzenden, in weerwil van het feit dat het Constitutioneel Hof in arrest 420/94 heeft vastgesteld dat het één entiteit niet is toegestaan meer dan 20% van de nationale televisieprogramma's via etherfrequenties uit te zenden (d.w.z. meer dan twee programma's) en de regelgeving van wet 223/90 in strijd met de Italiaanse Grondwet heeft verklaard, hoewel het een "overgangsregime" was; merkt op dat zelfs in wet 249/97 (Instelling van een Garantieautoriteit voor communicatie en regelgeving inzake het telecommunicatie- en het radio- en televisiewezen) de voorschriften van het Constitutioneel Hof niet zijn verwerkt, dat in arrest 466/02 bepaalde dat artikel 3, lid 7 in strijd was met de Grondwet, "voorzover het geen vaste, definitieve uiterste datum bepaalt, die in elk geval niet later ligt dan 31 december 2003, waarna de programma's van omroepen die de in artikel 3, lid 6 genoemde limieten overschrijden, uitsluitend via satelliet of via de kabel mogen worden uitgezonden";
61. nimmt zur Kenntnis, dass die Rundfunk- und Fernsehanstalten in Italien seit Jahrzehnten in einem rechtlichen Vakuum agieren, was wiederholt vom Verfassungsgerichtshof beanstandet wurde, und dass die Bemühungen des Gesetzgebers und der zuständigen Einrichtungen im Hinblick auf die Wiederherstellung eines ordnungsgemäßen Systems gescheitert sind; RAI und Mediaset kontrollieren weiterhin je drei analoge terrestrische Fernsehsender, obwohl der Verfassungsgerichtshof mit seinem Urteil Nr. 420 aus dem Jahr 1994 befunden hatte, dass es unzulässig ist, dass ein einziges Unternehmen mehr als 20% der Fernsehprogramme auf terrestrischen Frequenzen im Inland ausstrahlt (d.h. mehr als zwei Programme); der Verfassungsgerichtshof befand ferner, dass die im Gesetz Nr. 223/90 vorgesehene Regelung im Widerspruch zur italienischen Verfassung steht, obwohl es sich lediglich um eine "vorübergehende Regelung" handelt; auch im Gesetz Nr. 249/97 (Einrichtung der Garantiebehörde im Bereich der Kommunikation und Schaffung von Bestimmungen über Telekommunikations- sowie Rundfunk- und Fernsehsysteme) waren die Vorschriften des Verfassungsgerichtshofs nicht umgesetzt worden; der Verfassungsgerichtshof erklärte daher in seinem Urteil Nr. 466/02 Artikel 3 Absatz 7 dieses Gesetzes als verfassungswidrig, da keine unumstößliche und nicht verlängerbare Frist gesetzt wird – bis spätestens 31. Dezember 2003 –, innerhalb derer die Programme der Rundfunksender, die die in Artikel 3 Absatz 6 festgelegten Grenzwerte überschreiten, ausschließlich über Satellit oder Kabel ausgestrahlt werden dürfen";

62. stelt vast dat het radio- en televisiewezen in Italië al decennia functioneert in een legaliteitsvacuüm, hetgeen meermaals door het Constitutionele Hof is vastgesteld, en dat de normale wetgever en de verantwoordelijke autoriteiten onmachtig zijn gebleken tot een wettig regime terug te keren; stelt vast dat RAI en Mediaset nog steeds elk de zeggenschap hebben over drie analoge televisieomroepen die via de ether uitzenden, in weerwil van het feit dat het Constitutioneel Hof in arrest 420/94 heeft vastgesteld dat het één entiteit niet is toegestaan meer dan 20% van de nationale televisieprogramma's via etherfrequenties uit te zenden (d.w.z. meer dan twee programma's) en de regelgeving van wet 223/90 in strijd met de Italiaanse Grondwet heeft verklaard, hoewel het een "overgangsregime" was; merkt op dat zelfs in wet 249/97 (Instelling van een Garantieautoriteit voor communicatie en regelgeving inzake het telecommunicatie- en het radio- en televisiewezen) de voorschriften van het Constitutioneel Hof niet zijn verwerkt, dat in arrest 466/02 bepaalde dat artikel 3, lid 7 in strijd was met de Grondwet, "voorzover het geen vaste, definitieve uiterste datum bepaalt, die in elk geval niet later ligt dan 31 december 2003, waarna de programma's van omroepen die de in artikel 3, lid 6 genoemde limieten overschrijden, uitsluitend via satelliet of via de kabel mogen worden uitgezonden";
62. nimmt zur Kenntnis, dass die Rundfunk- und Fernsehanstalten in Italien seit Jahrzehnten in einem rechtlichen Vakuum agieren, was wiederholt vom Verfassungsgerichtshof beanstandet wurde, und dass die Bemühungen des Gesetzgebers und der zuständigen Einrichtungen im Hinblick auf die Wiederherstellung eines ordnungsgemäßen Systems gescheitert sind; RAI und Mediaset kontrollieren weiterhin je drei analoge terrestrische Fernsehsender, obwohl der Verfassungsgerichtshof mit seinem Urteil Nr. 420 aus dem Jahr 1994 befunden hatte, dass es unzulässig ist, dass ein einziges Unternehmen mehr als 20% der Fernsehprogramme auf terrestrischen Frequenzen im Inland ausstrahlt (d.h. mehr als zwei Programme); der Verfassungsgerichtshof befand ferner, dass die im Gesetz Nr. 223/90 vorgesehene Regelung im Widerspruch zur italienischen Verfassung steht, obwohl es sich lediglich um eine "vorübergehende Regelung" handelt; auch im Gesetz Nr. 249/97 (Einrichtung der Garantiebehörde im Bereich der Kommunikation und Schaffung von Bestimmungen über Telekommunikations- sowie Rundfunk- und Fernsehsysteme) waren die Vorschriften des Verfassungsgerichtshofs nicht umgesetzt worden; der Verfassungsgerichtshof erklärte daher in seinem Urteil Nr. 466/02 Artikel 3 Absatz 7 dieses Gesetzes als verfassungswidrig, da keine unumstößliche und nicht verlängerbare Frist gesetzt wird – bis spätestens 31. Dezember 2003 –, innerhalb derer die Programme der Rundfunksender, die die in Artikel 3 Absatz 6 festgelegten Grenzwerte überschreiten, ausschließlich über Satellit oder Kabel ausgestrahlt werden dürfen";

11. acht het onmogelijk en in strijd met de fundamentele beginselen waarop de Europese Unie is gebaseerd en de beginselen die aan het buitenlands beleid van de Europese Unie ten grondslag zouden moeten liggen, om het actieprogramma inzake Afghanistan uit te voeren gezien het ontbreken van een wettige regering aldaar, het bestaan van het Taliban-regime, de zeer ernstige en voortdurende schendingen van de mensenrechten die door dit regime begaan worden, de ondoeltreffendheid van de pogingen tot samenwerking met dit regime en het mislukken van het door de lidstaten gefinancierde beleid van de UNDCP ter vervanging van de opiumteelt; verzoekt de lidstaten en de Raad derhalve hun beleid in het licht van deze overwegingen drastisch te herzien;
11. hält es für unmöglich und für mit den Grundprinzipien, auf denen die Union basiert, und den Prinzipien, die die Außenpolitik der Europäischen Union bestimmen sollten, nicht vereinbar, den Aktionsplan für Afghanistan durchzuführen angesichts der Tatsache, daß keine rechtmäßige Regierung im Amt ist, sowie angesichts der Existenz des Taliban-Regimes, der schweren und anhaltenden Menschenrechtsverletzungen, die von diesem Regime begangen werden, der erfolglosen Bemühungen um eine Zusammenarbeit mit diesem Regime und des Scheiterns der von den Mitgliedstaaten finanzierten Politiken im Rahmen des UNDCP zur Förderung der Substitution des Opiumanbaus; fordert daher die Mitgliedstaaten und den Rat auf, ihre Politiken unter Berücksichtigung dieser Überlegungen grundlegend zu überdenken;