In het derde middel voeren de verzoekende partijen de schending aan van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door het bestreden artikel 13, doordat, volgens die bepaling, publieke of particuliere organisaties, waarvan de grondslag op geloof of levensbeschouwing is gebaseerd, een direct onderscheid vermogen te maken op grond van geloof of levensbeschouwing voor wat betreft de beroepsactiviteiten van die organisaties, indien het geloof of de levensbeschouwing een wezenlijke, legitieme en gerechtvaardigde beroepsvereiste vormt gezien de grondslag van de organisatie.
Im dritten Klagegrund führen die klagenden Parteien an, der angefochtene Artikel 13 verstosse gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, da gemäss dieser Bestimmung öffentliche oder private Organisationen, deren Grundlage auf dem Glauben oder der Weltanschauung beruhe, einen unmittelbaren Unterschied machten könnten aufgrund des Glaubens oder der Weltanschauung bezüglich der Berufstätigkeiten dieser Organisation, wenn der Glaube oder die Weltanschauung eine wesentliche, rechtmässige und entscheidende berufliche Anforderung angesichts der Grundlage der Organisation darstelle.