de financiële instelling is, in het bijzonder voor de betrokken werkzaamheden, daadwerkelijk opgenomen in het toezicht op geconsolideerde basis waaraan de moederonderneming, of elk van de m
oederondernemingen, overeenkomstig titel VII, hoofdstuk 3, van deze richtlijn en deel 1, titel II, hoofdstuk 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 is onderworpen, met name voor de toepassing van de in artikel 92 van die verordening vastgestelde eigenvermogensvereisten, het beheersen van grote risicoblootstellingen overeenkomstig deel 4 van die verordening, en de in de artikelen 89 en 90 van die verordening geste
...[+++]lde beperking van de deelnemingen.