Volgens de Ministerraad hervormt de aangevochten wet de organisatie van het notariaat; zij organiseert noch het onderwijs, noch de inrichting van de examens, noch de toegang tot het beroep via de deelname aan examens : de wetgever heeft de evaluatie van de kandidaat-notarissen beter willen organiseren en heeft een systeem van rangschikking van de meest geschikte kandidaten uitgewerkt, rekening houdend met hun bekwaamheden en vaardigheden, op basis van een vergelijkend examen; het kan geenszins gaan om het testen van de theoretische kennis van de kandidaten, aangezien met het behalen van het licentiaatsdiploma het bewijs daarvan reeds is geleverd.
Nach Darlegung des Ministerrates reformiere das angefochtene Gesetz die Organisation des Notariats; es organisiere weder den Unterricht, noch den Ablauf der Prüfungen, noch den Zugang zum Beruf mittels Teilnahme an Prüfungen; der Gesetzgeber habe die Bewertung der Notaranwärter besser organisieren wollen und ein System zur Einstufung der fähigsten Bewerber entsprechend ihren Fertigkeiten und ihren Fähigkeiten auf der Grundlage eines Auswahlverfahrens ausgearbeitet; es könne keinesfalls darum gehen, die theoretischen Kenntnisse der Bewerber zu prüfen, da sie durch den Erhalt des Lizentiatdiploms diesen Nachweis bereits erbracht hätten.