(20) In het geval van overbrenging van voor nuttige toepassing bestemde afvalstoffen, moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben de beginselen van zelfvoorziening, nabijheid en prioriteit voor hergebruik toe te passen en te waarborgen dat de afvalbeheersinstallaties die onder Richtlijn 96/61/EG vallen, de in die richtlijn gedefinieerde beste beschikbare technieken toepassen overeenkomstig de vergunning van de installatie.
(20) Dans le cas de transferts de déchets destinés à être valorisés, les États membres devraient être en mesure de mettre en œuvre les principes d'autosuffisance, de proximité et de priorité à la réutilisation et de veiller à ce que les installations de gestion des déchets relevant de la directive 96/61/CE appliquent les meilleures techniques disponibles telles qu'elles sont définies dans ladite directive, conformément à l'autorisation relative à l'installation.