Het agentschap kan specifieke afwijkingen verlenen van de verboden handelingen, vermeld in artikel 31/2, 1°, 2°, 3°, 5° en 6°, in functie van onderzoek of ex situ bewaring en in functie van productie van producten die afkomstig zijn van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten en het daaropvolgend geneeskundig gebruik van deze producten als deze producten onvermijdelijk zijn om de menselijke gezondheid te bevorderen.
L'agence peut accorder des dérogations spécifiques aux actes prohibés, visés à l'article 31/2, 1°, 2°, 3°, 5° et 6°, et ce, en fonction de la recherche ou de la conservation ex situ et en fonction de la production de produits provenant d'espèces exotiques envahissantes préoccupantes pour l'Union et de l'usage médical ultérieur de ces produits si ces produits sont inévitables pour améliorer la santé humaine.