In afwijking op artikel 5 moet het hemelwater vertraagd afgevoerd worden via een afvoerbegrenzer met een maximaal lozingsdebiet van 1500 liter per uur en per 100 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding, indien de geplande infiltratievoorziening in beschermingszone 1 of 2 van een drinkwaterwingebied ligt, zoals afgebakend ter uitvoering van het decreet van 24 januari 1984, houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer en het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 1985 houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwingebieden en beschermingszones.
Par dérogation à l'article 5, l'évacuation retardée des eaux pluviales doit se réaliser par le biais d'un limiteur de débit ayant un débit maximal de 1 500 litres par heure et par 100 mètres carrés de surface de référence du revêtement, si le système d'infiltration projeté est situé dans une zone de protection 1 ou 2 d'une zone de captage d'eau telle que délimitée en exécution du décret du 24 janvier 1984 portant de mesures en matière de gestion des eaux souterraines et de l'arrêté du Gouvernement flamand du 27 mars 1985 fixant les règles de délimitation des captages d'eau et des zones de protection.