Nadat de lidstaten tot en met 1999 kasvoorschotten hadden ontvangen, hebben zij de eindbetaling ten bedrage van 10 % van de toewijzingen voor de hele periode zelf moeten voorfinancieren.
Bénéficiaires d'avances de trésorerie jusqu'à 1999, les Etats Membres ont dû eux-mêmes préfinancer le paiement final de 10 % de la dotation pour toute la période.