Nauw aansluitend bij de geest en de letter van de Europese richtlijn 2003/41/EG(2) van 3 juni 2003, legt de Belgische prudentiële wetgeving geen bijzondere actuariële of economische hypotheses aan de IBP's op voor de financiering van hun pensioenverplichtingen (verwachte rendementen van de activa, sterftetafels, salarisverhogingen, indexatie van de rentes, enz.).
Se rapprochant très fort de l’esprit et de la lettre de la directive européenne 2003/41/CE(2) du 3 juin 2003, la législation prudentielle belge n’impose aucune hypothèse actuarielle ou économique particulière aux IRP pour le financement de leurs engagements de pension (rendement attendu des actifs, tables de mortalité, augmentations de salaires, indexation des rentes, etc.).