1. « Schenden
de wet van 4 maart 2013 ' houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar
2013 ', tweede bijgevoegde tabel, sectie 12, afdeling 56, punt 1 ' Gerechtelijke bijstand ', en de wet van 24 juni
2013 ' houdende eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar
2013 ', tweede bijgevoegde tabel, sectie 12, afdeling 56, punt 1 ' Gerechtelijke bijstand ', door de begroting van de juridische bijstand met betrekking tot de prestaties van de tweedelijnsadvocaten voor het jaar 2011-2012 vast te stellen op respectie
...[+++]velijk 70 789 000 euro en 5 888 000 euro, namelijk een maximumbedrag voor toegestane uitgaven van 76 677 000 euro, artikel 23, derde lid, 2°, van de Grondwet, in zoverre die bepalingen een aanzienlijke achteruitgang van het recht op juridische bijstand doen ontstaan door de waarde van het punt betreffende de vergoeding van de tweedelijnsadvocaten die de openbare dienst van de juridische bijstand verstrekken, te beperken tot een bedrag van 25,76 euro in plaats van 28,03 euro (geïndexeerde waarde van het punt vastgesteld op 26,91 euro voor het voorgaande gerechtelijk jaar) ?1. « En fixant le budget de l'aide juridique relatif aux prestations des avocats de deuxième ligne de l'année 2011-2012 à respectivement 70.789.000 € et 5.888.000 €, soit un maximum de dépense autorisée de 76.677.000
€, la loi du 4 mars 2013 ' contenant le budget général des dépenses pour l'année
2013 ', second tableau en annexe, section 12, division 56, point 1 ' Aide juridique ' et la loi du 24 juin
2013 ' contenant le 1 ajustement du budget général des dépenses pour l'année
2013 ', second tableau en annexe, section 12, division 56, point 1 ' Aide jurid
...[+++]ique ' violent-elles l'article 23, alinéa 3, 2° de la Constitution, en ce qu'en limitant la valeur du point rémunérant les avocats de deuxième ligne prestataires du service public de l'aide juridique à un montant de 25,76 € au lieu de 28,03 € (valeur indexée du point fixé à 26,91 € pour l'année judiciaire précédente), ces dispositions engendrent un recul significatif du droit à l'aide juridique ?