Vertaling van "405 eeg bedoelde methode " (Nederlands → Frans) :

4. 46 396 D 249 : Besluit nr. 161 van 15 februari 1996 betreffende de vergoeding door het bevoegde orgaan van een lidstaat van de bij verblijf in een andere lidstaat gemaakte kosten volgens de in artikel 34, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 574/72 bedoelde methode (PB L 83 van 2. 4. 1996, blz. 19).
4. 46 396 D 249 : Décision nº 161, du 15 février 1996, concernant le remboursement par l'institution compétente d'un État membre des frais exposés lors d'un séjour dans un autre État membre selon la procédure visée à l'article 34, paragraphe 4 du règlement (CEE) nº 574/72 (JO L 83 du 2. 4. 1996, p. 19).

4.46 396 D 249 : Besluit nr. 161 van 15 februari 1996 betreffende de vergoeding door het bevoegde orgaan van een lidstaat van de bij verblijf in een andere lidstaat gemaakte kosten volgens de in artikel 34, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 574/72 bedoelde methode (PB L 83 van 2.4.1996, blz. 19).
4.46 396 D 249 : Décision nº 161, du 15 février 1996, concernant le remboursement par l'institution compétente d'un État membre des frais exposés lors d'un séjour dans un autre État membre selon la procédure visée à l'article 34, paragraphe 4 du règlement (CEE) nº 574/72 (JO L 83 du 2.4.1996, p. 19).

De bevoegde autoriteiten mogen in het bijzonder het gebruik van de in artikel 12 van Richtlijn 83/349/EEG bedoelde methode toestaan of voorschrijven.
Les autorités compétentes peuvent en particulier permettre ou prescrire l'utilisation de la méthode prévue à l'article 12 de la directive 83/349/CEE.

De bevoegde autoriteiten mogen in het bijzonder het gebruik van de in artikel 12 van Richtlijn 83/349/EEG bedoelde methode toestaan of voorschrijven.
Les autorités compétentes peuvent en particulier permettre ou prescrir l'utilisation de la méthode prévue à l'article 12 de la directive 83/349/CEE.

EUROPA - EU law and publications - EUR-Lex - EUR-Lex - 32005L0032 - EN - Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad en de Richtlijnen 96/57/EG en 2000/55/EG van het Europees Parlement en de Raad - RICHTLIJN - VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD // Methode voor het vaststellen van generieke eisen inzake ecologisch ontwerp - (zoals bedoeld in artikel 15) // Methode voor het bepalen van specifieke eisen inzake ecologisch ontwerp // CE-markering - (zoals bedoeld in artikel 5, lid 2) // Interne ontwerpcontrole - (zoals bedoeld in artikel 8) // Beheersysteem voor de overeenstemmingsbeoordeling // Verklaring van overeenstemming - (zoals bedoeld in artikel 5, lid 3) // Inhoud van de uitvoeringsmaatregelen - (zoals bedoeld in artikel 15, lid 8)
EUROPA - EU law and publications - EUR-Lex - EUR-Lex - 32005L0032 - EN - Directive 2005/32/CE du Parlement européen et du Conseil du 6 juillet 2005 établissant un cadre pour la fixation d'exigences en matière d'écoconception applicables aux produits consommateurs d'énergie et modifiant la directive 92/42/CEE du Conseil et les directives 96/57/CE et 2000/55/CE du Parlement européen et du Conseil - DIRECTIVE - DU PARLEMENT EUROPÉEN ET DU CONSEIL // Méthode de fixation des exigences d'écoconception génériques - (visée à l'article 15) // Méthode de fixation des exigences d'écoconception spécifiques // Marquage CE - (visé à l'article 5, paragraphe 2) // Contrôle interne de la conception - (visé à l'article 8) // Système de management pour l'évaluation de la conformité // Déclaration de conformité - (visée à l'article 5, paragraphe 3) // Contenu des mesures d'exécution - (visé à l'article 15, paragraphe 8)

4.46 396 D 249 : Besluit nr. 161 van 15 februari 1996 betreffende de vergoeding door het bevoegde orgaan van een lidstaat van de bij verblijf in een andere lidstaat gemaakte kosten volgens de in artikel 34, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 574/72 bedoelde methode (PB L 83 van 2.4.1996, blz. 19).
4.46 396 D 249 : Décision n° 161, du 15 février 1996, concernant le remboursement par l'institution compétente d'un Etat membre des frais exposés lors d'un séjour dans un autre Etat membre selon la procédure visée à l'article 34 paragraphe 4 du règlement (CEE) n° 574/72 (JO L 83 du 2.4.1996, p. 19).

2. Het potentiële alcoholgehalte van de in lid 1 bedoelde producten wordt bepaald door de gegevens van de concordantietabel in bijlage I bij deze verordening toe te passen op de cijfers die bij een temperatuur van 20 °C worden aangegeven door de refractometer die wordt gebruikt volgens de methode zoals vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 558/93 van de Commissie(7).
2. Le titre alcoométrique en puissance des produits visés au paragraphe 1 est déterminé en appliquant les données du tableau de correspondance figurant à l'annexe I du présent règlement aux indications chiffrées fournies à la température de 20 °C par le réfractomètre, utilisé selon la méthode visée à l'annexe du règlement (CEE) n° 558/93 de la Commission(7).

2. Het potentiële alcoholgehalte van de in lid 1 bedoelde producten wordt bepaald door de gegevens van de concordantietabel in bijlage I bij deze verordening toe te passen op de cijfers die bij een temperatuur van 20 oC worden aangegeven door de refractometer die wordt gebruikt volgens de methode zoals vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 558/93 van de Commissie .
2. Le titre alcoométrique en puissance des produits visés au paragraphe 1 est déterminé en appliquant les données du tableau de correspondance figurant à l'annexe I du présent règlement aux indications chiffrées fournies à la température de 20 oC par le réfractomètre, utilisé selon la méthode visée à l'annexe du règlement (CEE) no 558/93 de la Commission .

Overwegende dat het , zoals bepaald in artikel 4 van Richtlijn 73/404/EEG van de Raad van 22 november 1973 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der Lid-Staten inzake detergentia ( 5 ) , aanbeveling verdient om voor het meten van de biologische afbreekbaarheid passende toleranties vast te stellen , ten einde zich te vrijwaren tegen de onnauwkeurigheiden van de controlemethoden die kunnen leiden tot verbodsmaatregelen met belangrijke economische consequenties ; dat zulke verbodsmaatregelen dus pas mogen worden getroffen indien bij analyse volgens een in artikel 2 van Richtlijn 73/405/EEG bedoelde methode blijkt dat de biologische afbreekbaarheid minder dan 80 % bedraagt ;
considérant qu'il convient, ainsi que le prévoit l'article 4 de la directive 73/404/CEE du Conseil, du 22 novembre 1973, concernant le rapprochement des législations des États membres relatives aux détergents (5), de fixer des tolérances appropriées pour la mesure de la biodégradabilité afin de se prémunir contre les incertitudes des méthodes de contrôle qui pourraient conduire à des décisions de rejet ayant des conséquences économiques importantes ; qu'une décision de rejet ne doit donc être prise que si les résultats obtenus par une méthode d'essai mentionnée à l'article 2 de la directive 73/405/CEE indiquent un taux de biodégradabilité inférieur à 80 %;