Artikel 57, § 2, tweede lid, van de organieke O.C. M.W.-wet moet immers in samenhang worden gelezen met artikel 1 van dezelfde wet, dat preciseert dat de maatschappelijke dienstverlening « tot doel [heeft] eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid », wat tot gevolg heeft dat de hulp die aan de betrokken kinderen wordt toegekend, moet worden aangepast aan hun specifieke behoeften teneinde hun menswaardige levensomstandigheden te garanderen.
L'article 57, § 2, alinéa 2, de la loi organique des C. P.A.S. doit en effet être lu en combinaison avec l'article 1 de la même loi, qui précise que l'aide sociale « a pour but de permettre à chacun de mener une vie conforme à la dignité humaine », ce qui a pour conséquence que l'aide qui est octroyée aux enfants concernés doit être adaptée à leurs besoins spécifiques pour leur garantir des conditions de vie conformes à la dignité humaine.