De politieambtenaar en de agent van politie dragen de uitrustingsstukken aangepast aan hun maat (geen spannende, noch slobberende kledij, geen broek die te lang op de schoenen valt, enz.).
Le fonctionnaire de police et l'agent de police portent les pièces d'équipement adaptées à leur taille (pas de tenue étriquée ni bouffante, pas de pantalon tombant en accordéon sur les chaussures, etc.).