b) boordlichten : een groen helder licht aan stuurboordzijde en een rood helder licht aan bakboordzijde, die elk ononderbroken schijnen over een boog van de horizon van 112°30' en wel elk aan zijn zijde van het schip van recht vooruit tot 22°30' achterlijker dan dwars (schets 1, aanhangsel 3);
b) feux de côté : un feu clair vert à tribord et un feu clair rouge à bâbord; chacun de ces feux projetant une lumière ininterrompue sur un arc d'horizon de 112°30' et disposé de manière à projeter cette lumière depuis l'avant du bateau jusqu'à 22°30' sur l'arrière du travers de son côté (croquis 1, appendice 3);