Derhalve zijn de Staten verplicht de actieve en passieve corruptie van nationale ambtenaren strafbaar te stellen, alsook de actieve corruptie van de buitenlandse ambtenaren en van de internationale ambtenaren, de verduistering van goederen door een ambtenaar, het witwassen van de opbrengsten van misdrijven en de belemmering van de goede werking van de justitie.
Ainsi, les États sont obligés d'incriminer la corruption active et passive des agents publics nationaux, la corruption active des agents publics étrangers et des fonctionnaires internationaux, le détournement de biens par un agent public, le blanchiment du produit du crime et l'entrave au bon fonctionnement de la justice.