Als onderdeel van het herstructureringsplan heeft BE overeenkomsten gesloten (hierna „de „standstill”-overeenkomsten” genoemd) voor het bevriezen, onder bepaalde voorwaarden, van betalingen aan BNFL en een aantal belangrijke financiële schuldeisers (hierna „de belangrijke schuldeisers” genoemd); daarbij gaat het onder meer om de houders van de meeste door BE uitgegeven obligaties die in pond sterling luiden en een vervaldag hebben in 2003, 2006 en 2016 (hierna „de obligatiehouders” genoe
md), het Eggborough-bankenconsortium met onder meer de Royal Bank of Scotland (hierna „RBS” genoemd) als kredietbriefverschaffer (hierna tezamen „de ban
...[+++]caire leninggevers” genoemd), en tegenpartijen voor drie van de „out-of-the-money”-stroomafnameovereenkomsten en „contracts for differences” (financiële contracten die het locoprijsrisico in de pool moeten verminderen): Teaside Power Limited (hierna „TPL” genoemd), Total Fina Elf (hierna „TFE” genoemd) en Enron (hierna tezamen „de tegenpartijen voor de stroomafnameovereenkomsten” genoemd).Dans le cadre du plan de restructuration, BE a conclu des accords («accords de moratoire») instituant un moratoire, sous certaines conditions, des paiements dus à BNFL et à un certain nombre de créanciers financiers importants («les créanciers importants»), parmi lesquels les détenteurs de la majorité des obligations en livres sterling émises par BE en 2003, 2006 et 201
6 («les obligataires»), le syndicat de banques d'Eggborough, y compris la Royal Bank of Scotland en tant qu’émettrice d'une lettre de crédit («RBS») (conjointement les «banques prêteuses») et les parties contractantes aux trois contrats d'achat d'électricité hors du cours
...[+++](«CAE») et contrats de différence: Teaside Power Limited («TPL»), Total Fina Elf («TFE»), et Enron (collectivement dénommées «les parties aux CAE»).