De lidstaten moeten tezamen met de sociale partners vóór 2004 initiatieven [23] ontwikkelen, die erop gericht zijn om werknemers aan de slag te kunnen houden. Hierbij moet de nadruk worden gelegd op de toegang tot en de deelname van werknemers aan bedrijfsscholing en op de monitoring daarvan met behulp van vergelijkbare statistieken en indicatoren.
Les États membres et les partenaires sociaux doivent, d'ici 2004, entreprendre des initiatives conjointes [23] afin de maintenir les travailleurs dans la population active, en se concentrant sur l'accès et la participation des travailleurs à la formation en entreprise, deux éléments à suivre à l'aide de statistiques et d'indicateurs comparables.