III. - Reden en duur van de afwezigheid Art. 3. Ter gelegenheid van famil
iegebeurtenissen of voor vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten welke hierna opgesomd zijn, hebben de in artikel 1 bedoelde arbeiders het recht, met beh
oud van hun normaal loon, van het werk afwezig te zijn voor een als volgt bepaalde duur : 1. Huwelijk van de arbeider alsmede bij de ondertekening en het officieel neerleggen van een samenlevingscontract : drie dagen te kiezen door
...[+++] de arbeider tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsvindt of tijdens de daaropvolgende week; 2. De dag van het huwelijk, voor het huwelijk : - van een kind van de arbeider of van zijn echtgeno(o)t(e); - van een regelmatig door hem opgevoed kind; - van een broer of zuster; - van een schoonbroer of schoonzuster; - van zijn vader of moeder; - van de grootvader of grootmoeder; - van de schoonvader of schoonmoeder; - van de stiefvader of stiefmoeder; - van een kleinkind van de arbeider; - van de schoonbroer of de schoonzuster van de echtgeno(o)t(e) van de arbeider; - van gelijk welk ander familielid van de arbeider.III. - Motif et durée de l'absence Art. 3. A l'occasion d'événements familiaux ou en vue de l'accomplissement d'obligations civiques ou de missions civiles énumérés ci-après, les ouvriers visés à l'article 1 ont le droit de s'absenter du travail, avec maintien de leur r
émunération normale pour une durée fixée comme suit : 1. Mariage de
l'ouvrier ainsi que lors de la signature et du dépôt officiel d'un contrat de vie commune : trois jours, à ch
oisir par l'ouvrier dans la semain ...[+++]e où l'événement se produit ou dans la semaine qui suit; 2. Le jour du mariage, pour le mariage : - d'un enfant de l'ouvrier ou de son conjoint; - d'un enfant régulièrement élevé par l'ouvrier; - d'un frère ou d'une soeur; - d'un beau-frère ou d'une belle-soeur; - du père ou de la mère; - d'un grand-père ou d'une grand-mère; - du beau-père ou de la belle-mère; - du second mari de la mère ou de la seconde femme du père; - d'un petit-enfant de l'ouvrier; - du beau-frère ou de la belle-soeur du conjoint de l'ouvrier; - de tout autre parent de l'ouvrier.