Als de werken betrekking hebben op de in het eerste lid, 4°, bedoelde gebouwen, moet de aanvrager houder zijn van een zakelijk recht van eigendom of erfpacht op het gebouw, of van een recht van genot krachtens een huurovereenkomst die op termijn in de eigendomsoverdracht voorziet.
Lorsque les travaux portent sur des bâtiments visés à l'alinéa 1, 4°, le demandeur doit être titulaire d'un droit réel de propriété ou d'emphytéose sur le bâtiment, ou d'un droit de jouissance en vertu d'un bail prévoyant à terme le transfert de propriété.