3. Met het oog op de toepassing van lid 1, onder c), i), wordt met „soortnaam” bedoeld dat de traditionele aanduiding, hoewel die betrekking heeft op een specifieke productie- of rijpingsmethode dan wel op een kwaliteit, een kleur, een plaats of een specifieke gebeurtenis die met de geschiedenis van een wijnbouwproduct verband houdt, in de Gemeenschap de gebruikelijke naam van het betrokken wijnbouwproduct is geworden.
3. Aux fins du paragraphe 1, point c) i), on entend par «générique», la dénomination d'une mention traditionnelle qui, bien qu'elle fasse référence à une méthode spécifique de production ou de vieillissement ou à une qualité, une couleur ou un type de lieu ou encore à un élément lié à l'histoire du produit de la vigne, est devenue la dénomination courante du produit de la vigne concerné dans la Communauté.