Hoewel vorderingen gegrond op het niet-nakomen van de koopovereenkomst in het algemeen onderworpen zijn aan de verjaringstermijn van tien jaar bedoeld in artikel 2262bis, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, wordt in artikel 1648 van hetzelfde wetboek evenwel gesteld dat de vordering op grond van een verborgen gebrek door de koper moet worden ingesteld binnen een « korte tijd », waarvan de duur volledig aan de beoordeling van de feitenrechter wordt overgelaten.
En effet, si, d'une manière générale, les actions fondées sur une inexécution du contrat de vente sont soumises au délai de prescription de dix ans prévu par l'article 2262bis, § 1 , du Code civil, l'article 1648 du même Code précise néanmoins que l'action résultant d'un vice caché doit être intentée par l'acheteur dans un « bref délai », la durée de ce bref délai étant laissée à l'appréciation souveraine du juge du fond.